van Persoonen en saaken

tenmen, middelerwijlen

dat men sich sal refereren

tot de vorige missive vanden

20. decemb des voorleden:

Jaars 1710. aan belangende

hetverlenen van derselve

dimissie en het aanstellen

van een of twee andere

trouwe en bequame Persoo„

nen tot Commiesen om de

invorderinge vande gemelte

resterende uijtstaandd

schulden te laten geschieden

Is gelesen een missive van de

Hedren Gouverneur en Rade

geschreven aan Paramaribe

Van Policie

den 22 Decemb laastleden.

Waar op gedelibereert sijnde,

is goetgevonden en verstaan

aan deselve te rescriberen

dat de Heeren deser Tafel

uijt de notalen van den 19.

novemd daar te voren ge„

houden wel gesien hebben

de redenen die gemelte

Gouverneur en Raden

bewogen hadden om de

schippers van ’s Comp:s slaaf

5

schepen de s.e tara ende

d’ Adrichem noch eenigen

tyd aldaar op te houden

soodanig dat eerst den 22.

deremd daar aanvolgende

hebben connen vertrocken

dock geconsidereert in deselve

schepen geene suijckeren van

particuliere ingesetenen

syn geladen geweest, dese

soeietijt van Sentiment is

dat de gewoond affictie van

billetten ’s Comp.s schippers

niet concerneert, nochte oork

gehouden sijn naar het schrijven

van krieven door de Colomier

en planters aan kuund

Correspondenten in t Patria

Ge wachten, met versoeck

ten eijnde in het toecomende

als ’s Comp.s schepen alleen

met eygene suickeren bela„

den sijn, te willen doen obser

veren, om voorts comen de

schade en nadeel die deselve

Comp. door het tarderen

vande voijage van hare schr

pen in tijden en wijlen soude

connen comen te lijden.

Dat aan de gem: Gouverneur

en Raden kennisse sal werden

gegeven vande promptieude

omtrant het bestellen der

brieven van Surinauw ovds

gecomen perde voorn. schepen

des.le Clara en d’ Adrichem

als hunne reijse adroiture

hebbende vervolcht, sonder