de fortresse Zeelandia, ende
seudende daar benevens seee„
ker plan bij den Jngenieur
sourton geformeert, in
welcker voegen de voorsz
fortresse; na derselver gedach
te goeten sufficant soude —
connen worden gemaackt
Waar op gedelibereert ende
achtinge genomen sijnde
dat in het gemelte plan niet
is geexpresseert noch aange
wesen, waar ofte tot hoe
verre deselve fortresse
eygentlijck soude werden
gelecht J goet gevonden
en verstaan, dat alvorens
dien aanbelangende ilts
met vrucht te connen be
sluijten, welgen. Heeren
Gouverneur en Raden bij
missive sullen worden
versocht de goetheijt te
willen hebben van aan
dese societijt te laten toero
men een net plan vande
platte grond van geheel
Paramaribo, met designa„
tie van de plaatse daar de
te makene fortresse als
dan soude dienen geleckt
te werden, en off en hoe
vorrd de fortresse Zeelandia
daarinne te pas sal werden
gebracht met een nette
scale van dien, met betuij„
ginge dat de Heeren deser
Ttafel wel gewenscht hadden
dat aan haar Ed: achtb daar
bendvens ward gesubimm
streert, omtrent hoeveel
de Coloniers en Jngesetenen,
tot het maken van dien
souden willen dragen, en
daar toe van hare zijde
genegen sijn na vermogen
te contribueren, om alsoo
dat werck gesamentlijck te
connen aanvangen, en doen
effectueren tot derselver
meerder securitijt, ende
behondenisse vande Colonie,
met versoeck van daar
omtrent favorable reflectie
te willen nemen, vermits
dese societijt niet in staat
is groote lasten te supporte
ren te minder om dat de
meeste Provintien in gebreec
ke comen te blijven van te
voldoen soodanige subsidie
penn: als haar Ed: mo by
't aanvaarden van Colonie
tot desselfs manctien, soo
solemnelijck hebben belooft
gehad.
Dat aan den gem: Gouverneur
en Raden kennisse sal werden
gegeven dat de resp. schipper.
vande bewuste Vijff schepen