fluijt schip de Generale Vrede

schip. Codewijck vander Lijn

groot hondert vijff en twin„n

tig last, t welcke zijne reijse

na Puriname heeft vrran„

dert, en wes aangaande door

Abrakam Nunds de Mercado

op den 10. Januarij laastleden

bij Reg. i versocht restitu„

tie van het lastgelt aan

dese societijt voldaan, tot dat

die saacke nader sal wesen

geexamineert, en daar van

alhier ter vergaderinge rap„

port sal sijn gedaan.

Binnen gestaan den Cargador

d Azevedo, uijt den nameen

van Wogens Joan Vander —

Maarsche, Coopman binnen

dese stad, aan haar Ed. Achtb

bekent makende, dat den

selven van Voornommen

was het schip de Jonge

Vister Cap: Dirck Harmenve

Vet van hier naar surinamd

te senden tot afhalinge van

een partije suijckeren, met

aanbiedinge in cas de Heeren

deser tafel genegen souden

mogen wesen eenige van

des societijts suijekeren daar

nne te doen embargneren

deswegen met haar Ed. Achtb

te willen convenieren, Waar

op gedelibereert synde is.

goetgevonden en verstaan

smits desen te versoecken en

te qualificeren den Herrd

Schopen Graafland, omnu

met den voorn. vander —

Maarschr te concorteren

over een getal van hondert

Onhoofden van des soeivtijts

suyckeren, bij aldien deselve

ten arrivemente van ’t gem.

schip in Surmand in voor

raat souden mogen sijn, En

der Gouverneur daar omtrent

te vooren geene toesegginge

aande schip:r van andere

schepen aldaar in ladinge

leggende sal hebben gedaan

Ende van sijn Ed. verrichte

alhier ter Vergaderinge rap

port te doen.

is ter Vergaderinge geexhibeert

de Reeck: van Joan Baptita

van Malsem, als Reden en

Boeckhouder van het schip

de Maria Anna, Dirck Lover

ter somme van hondert twee

en veertig guldens, wegens het

transporten Costgelt van d:o

Diderick Jacob Engel en ses —

soldaten met het voors schip

l

1