den 30 December

1791

9„' Hoedanig de Corresponientie, tusschen

Commissarissen en de Regeringe der Colonien

zal gehouden worden, en of daar omtrent

door Haar Hoog Mog: of Hoogst denelver

Gedeputeerdens de ordres na de Colonien zullen

gezonden worden.

10„o

Hoe Commissien der Scheepen op Africa

Navigeerende sullen uitgegeeven; en op

welke wijse de Cautie tot observantie van

’t Reglement op dien vaart, gesteld zal

worden

11:

Hoedanig de Commissien of Hout & zout

Brieven voor scheepen naar Amenica

ingerigt zullen worden.

12„e Als mede de Borgtogten voor Africa Esse.

quebo Demerarij en S„t Eustatius Paspoorten

Lijfpassen &:a

13:e Hoedanig het groot zegel of Cachet zal

moeten zijn

14:e op welke qualificatie de Interessen der obliga

tien vervallen den 31 dec: 1791, moeten betaald

worden.

B

den 30 December

1791

15„e of na het eindigen van ’t Octroij op ultimo

December nog actien zullen kunnen worden

getransporteerd.

16:e of de Cassa Reekening op ultimo December

1791 moet worden geslooten, en het geen in

’t Iaar 1792 ontfangen en betaald word, op

een nieuwe Cassa Reekening moet werden

gebragt

Waarop door de Heeren Gedeputeerdens van

Haar Hoog Mog:t gedelibereerd zijnde is goed

gevonden dat aan welgemelde Bewindhebberen

voor andwoort zal worden toegevoegt, dat in ’t

Generaal als een Principe moet worden aange„

„nomen, dat al het geene tot de Particulieren

Huishouding behoorde, en alleen Regardeerde

de Plaatselijke Betrekking van dit of geene

Departement, door de Commissarissen van

Haar Hoog Mog: tot de West Indische Han

del ieder in zijn Departement ter uitvoer

kan gebragt worden

DDat daar inteegen al het geene, het opper

bewint en de order van de Regeering, als

meede

7