brant gesteecken) temachticht, geraseert, ende hich den 26. februarij

met alle de voors. Schepen inde bahij van st. Martha ontrent

xxx. mijlen van Cartagenal met 700 man aen lant begeven

heeft, om de selve Stadt ende Casteel mede te jncorporeren niet

twijffelende off is bij sijn E. geluckelijck mede volbracht, Ende

om den alarm jnde westjndien noch meer te doen staen soo sijn

bij ons jnt voor jaer onder den Commandeur booneeter gesonden

tot Secours vanden gemelten Admirael Water thien soo

twel gemonteerde Schepen als jachten gemandt ende versien

naer behoiren, zulcx dat daer door Bon frederico sdiemet

sijn armade 15 januarij jn Cartagena noch lach ende apparen

moch langer was te liggen door gebreck van vipres wijnen

touwerck de andere Scheepsbehoeften, gelijck une R

wt de nevens gaen extracten sien connen t diersche

brieven g’extracheert, soo hier met een barcque d’admso bij

een Cap.n vervuert, jngebracht sijn) die wij uwe E

tot confirmatie toe leijnden, jn sulcken posture ende —

gelegentheijt sal getrocht wesen, dat uwe aldaer

voor eerst sijne macht niet sullen te vreesen hebben maer

om daer op meest te sondigen, mochte ons noch uwe e daer

op te verlaeten, willen uwe Eandermael ten hooghsten

gerecommandeert ende beuvelen hebben, alle de plaetsen

bij noorden tot Riogranda de potengie te bemachtighen —

alle adnennes bij suijen ende bij noorden met schepen ende

Jachten soo te besetten dat de vijanden binnen slantsgans

seen toevoer van het off drinckbaer waren becommen

mach het welcke wij noodich achten dat op de bijgaende

wijse gedaen werdt. Ende alhgewel wij bemercken dat

doors de grootheijt vande plaets der Standt Olmda, mitsga„

ders vander selver veelvoudige aduennes behalven des

Casteelen op de resiffen, ende de besettinge van't Eijlant

Antomio van voolvolcx van nooden sijn, mitsgaders

dat door de langduricheijt der reijse, de victuarlen veele

bedornen ende geconsumeert sijn Invoegen dat maer voor

vier maenden nu sondt geprovdeert wesen, soo vertrouwen

wij dat uwe e behalven de schepen onder uwe ende vloten

behoorich, met de thien schepen op reede tot men Secours jn

Ped sijn ende nu noch gereet liggen om metten eersten goeden —