Maandag den 25 Meij A:o 1778:

Alle present dempto de heer Mr: Fhoris van Stijrum

den suppt heeft gepresenteert het volgende Reqt.

M:r Jacob Cornelis Mattheus Radermacher

Raad Extra ordinair van Nederlands

India en President.

Benevens.

De verdere Leeden in 't Eerw: Collegie

van heeren Schepenen deser stede.

Wel Edele gestr: heer en Eerw: Heeren.

uwel Edele gstr: en Eerw: onderdanigen dienaar Gouw

Tjanko Chinees kok of laxa verkoper wonende op de

verburgs gragt buijten de stads x poorte rotterdam

geeft met diepen Eerbied te kennen.

Dat den koetsier benevens een geboeijde slaave Jonge van den

inlands burger luijtenant Guilliam in s supp=ts huijs

zijn gekomen zijnde geweest op den 30=ste. april Jongstleeden

Dat gem. koetsier den supp=t waagde of hij niet van dien

beboeijden Jongen een koper quispedoor en een silvere

lepel had gekogt.

Dat den supp=t daar op antwoorde niets 't minste van dien

slaave jonge te hebben gekogt, want dat hij zig met niets

anders bemoeijde als met zijne Chineese gaar=keuken

Dat meerm: koetsier daar op met dien geboeijde slaaf heenen

gong, en savonds Circa ses met dien Jongen en nog drie andere

mans laaven in s' supp=t huijs kwam (wanneer hij supp=t

Juijst na de passer was gegaan en zijn koks knegt eenelijk te

huijs was.

Aan den wel Edele gestr: Heer.

Dat

No. 21: