Van Macassar onder dato 7:' Junij 1751.

weeder overkomende Eerst Een

hoofd aangestelt—.

dat wijders op voorsz: voet

„langen tijd is gebleeven tot dat

de vrouw van den ouden aroe

palacca bij den gouverneur en

raad quam versoeken dat eenen jntje

tjoeka als Capitain der maleijers

mogte aangestelt werden, het geene

aan haar majesteijt ook is toege„

staan, zedert welken tijd de

maleijers eerst van den Capitain

der Chineesen zijn afgezondert

waar op den boven gem: ongwatko

bij den wel Edelen agtb: heere

N: N: Commissaris deser ooster„

sche Custen die doenmaals van

omboina alhier gearriveerd was

gang versoeken, dat aan den Capitain

der maleijers mogt geordonneert

worden