's volgenden morgens naar de spelonk te
rug keerende, door hun nog twee paaren
met pijlen geschooten en gequetst geworden
waren. —
Dat wanneer naderhand op een seekeren mor„
gen, hij Confess, kleijn booij, Toontje, Ruijter
fix, twee Jantjes en Claas, van uijt de spelink
gegaan waaren met voornemen om sig na
de Craal van oude baas te begeeven, ten
fine te sien of desselfs soon HHendrik nog
leefde, als doen den hotten tot Cap=n Hees, die
sig niet verre van de spelonk agter de klippen,
met zijn volk heijmelijk verschooten had„
op hen l: had geschooten, en de voorsz hotten,
tots behalven den Confesst en kleijn Jantje,
welke laatste een schoot op 't volk van
Cap=n Rees met het roer heeft gedaan
in de bosjes en voorts naa het klipgat
te rug geloopen waaren. —
Dat voorsz: Capn Kees met zijn volk voorts
meede naar boven gekoomen, en tot boven
op de klippen geadvanceert zijnde, gem. Cap=n
Rees henl: toegeroepen had: komt uijt gij
lieden als anneer zijl: hunne eijgene
natie kende, en teffens dat soo veel volk
bij sig had, naar denselven gegaan waren
en hun overgegeeven hadden, zinde door
meem Rees, hunne geweeren af en
hen l: alle, met hunne vrouwen en kinderen
meede naar de plaats, en bij den knegt
Muller genoomen, alwaar zijl. mans
met niemen gebonden, en vervolgens
met hunne vrouwen en kinderen naar
stellenbosch, mitsgad. s naar de Caab ge„
vragt waren, sijnde onderweegs gestorven
den hotter tit Danser, ruijter en een oude
meijd, terwijl drie sieke meijden in de spe„
lonk ten agteren gebleeven zijn.
Aldus geconfesseert Jn 't Casteel de goede
hoop den 26 Julij 1772, voor d' Ed= Dirk
Westerhoff en Joh=s Meijndertz Cruijwa„
gen, Leeven uijt den E Agtb: Raad van
Justitie voorm:, die de minute deeses, be„
neevens den Confess=t ende mij secretaris
meede behoorlijk hebben onderteekent
/onderstond / T welk ik getuijge (was getee=
kent /EL Neethling Secret=s
recollement
Compareerde voor ons ondergetse Gecommitt=s
uit den E Agtb: Raad van Justitie deeses
Gouvernements, voorm hotten tot Kleijn Dirk
denwelken deese zijne gegeevene Confessie
duijdelijk voorgeleesen zijnde, verklaarde
daarbij te persisteeren niet begeerende
dat er iets meer bijgevoegt ofte van ge„
daan weren sal: als alleenlijk Tat ou„
de Jantje Links bewust geweest is, van
't voorneemen, omme de schaapen wagter
van Louw, en alle de slaven, en Europeesen
die hun voorquamen dood te maaken;
voorts, dat wanneer sy l: 's nagts naar de
plaats van Louw gegaan waren, in de
spelonk waaren verbleeven, oude Jantje Links
Spanjer, Dikkop, frederik en Jantje Reebok
of Jantje van Tuijtman, weijders dat Jantje
hartkop, den schapen wagter met de
assagaaij dood gestooken heeft, mitsg:s
dat fif en Piet op de paarden met pijlen
geschooten heeft, als meede dat Dikkop
en frederik van niets geweeten, maar ver
volgens eerst daarbij gekoomen, en door
meyd
ken