Multer.

vallene had kennis gegeeven.

Dat voorsz Capitain Rees voorts met sijn

volk naar boven en by de spelonk gekoomen

sijnde, henl: toegeroepen had: kom uijt gij

luijden als wanneer sijl, siende dat het

henl: natie was, buijten gekoomen waaren,

en sig dus overgegeeven hadden, sijnde herl:

snaphaanen ten getaale van 6 p=s door

Cap=n Rees overgenoomen, en syl: beneevens

hunne vrouwens en kinderen, behalven drie

meijden, die siek waaren, door denselven ge=

bragt naar de plaats van voorsz Adriaan

Louw, waarp den knegt Muller legt, al„

waar de hottentots mannen met riemen

vastgemaakt, vervolgens met hunne

vrouwen en kinderen naar stellenbosch en

toen naar de Caab gebragt waren; betuijgen

de den Confess: dat hem sijne vrouw altid

aangeraaden had om geen duijtsch volk

dood te maaken, dog dat hij door boven

gem: brief bevreest geweest was. —

Aldus geconfesseert Jn 't Casteel de goede„

hoop den 28 July 1872 voor d' EE: Dirk

Westerhoff en Joh=s Meijndertz Cruijwagen,

Leeden uijt den E Agtb: raad van Justitie

voorm:, die de minute deeses, beneevens

de: Confesst ende mij secretaris meede

behoorlijk hebben onderteekent (onderstond)

'T welk ik getuijge /was geteekent/

EL Veethang Secrets

Recollement

Compareerde voor ons ondergets Gecomitt=

uid den E Agtb: Raad van Justitie deeses

Gouvernements, voorm hotten tot kleijn,

Booij, denwelken syne gegeevene Confessie

duijdelijk voorgeleesen sijnde, verklaarde

Compareerde voor ons onderget: Ge¬

Committ=s uijt den E Agtb: raad van

Justitie deeses Gouvernements, den hotten¬

tot kleijn hollen tot Jantje, oud na gissing

28: Jaaren, den welken ter requisitie van

den Landdrost van stellenbosch en Dra„

kensteijn / Lucas Sigismundies faber

confesseerde hoe waar is.

Dat den Confess=, naar sijne tijd op een

plaats van wijlen der Landt Adriaan

Louw in 't Roggeveld uijtgediert te hebben,

sig vervolgens naar de daaromstreex

leggende kraal van oude baas begeeven„

en aldaar opgehouden had, wanneer den

hotten tot Jas aldaar gekoomen was, die

daarbij te persisteeren, niet begeerende

dat er iets meer bijgevoegt ofte van gedaan,

werden sal; als alleenlijk, dat voorsz Tuijt

man met vrouwen en dogter door henl: naar„

de rivier was gesleept, sonder uijtgekleed ge„

worden te sijn, alsoo maar een baatje aan„

gehad had, dat Jantje Hartkop, den

schaapen wagter met de assagaaij had

dood gestooken, terwijl kleijn Jantje

Links dien Jongen had vastgehouden,

en betuijgde in presentie van oude en

kleijn Jantje Links, Kleijn Dirk, Spanjer

Cupido Springveld, Jantje Reebok en

den basterd Thips alle 't voorenstaande

de waarheijd te sijn /onderstond/

Aldus gerecolleerd Jn 't Casteel de goede hoop den

4: Aug=s 1772 /was geteekent/ & / en daarm, geschreeven/

dit is, 't handmerk van Kleijn booijlager/ mij prae„

sent /is geteekent/ E L Neethling Secret=s /in margin/

des Gecommitt=s /(en geteekent/ L: C: Warneck en HO:

daar

hem

1

N„o 6: —