143

niet ingekomen is.

Presente toestand van den

Datou van Sopping

Het ware te wenschen dat

in wadjo te samen spant te„

buijten blijven. -

tijding van een Engelsch

schip in de bogt van

met Boutong is het Con„

„tract gerenoveert en b'ee„

„digt.

waar van de nodige papie„

worden.

Een Datoe van Sopping is gehuwd min den Datou van

Loewoe waarom zij zeggen dat gem: vorst Loewoe niet ge„

„lijker hand met sopping kan regeeren! ook legt er nog een

oud zeer tusschen Bonijs vorst nadien den Datoe met een

zuster van zijn Hoogheid getrouwt is, denzelven verlaaten

in zig in den Egt begeven heeft met den Datoe of konin„

„ginne van Loewoe! ook dat zijn volle Neeff ofte Aroe

Mario door een ander prins in name Toelabaija ver„

„moord geworden tot heeden nog geen Satisfactie en die

zaak dus nog niet afgedaan is, als hebbende Toelabaija

dier tijd om de oneenigheeden die daar door te voorschijn qua„

„ men zig van dat Land begeven en thans rond zwerft, Het

zij te wenschen dat zo die wolk eens doorbreekt de Comp„e er

zo wanneer die van Coping buijten kan blijven, want als die van wadjo dan ook eens

„gens bonij, de Comp„e er mag wilde beginnen zoude Bonijs Rijk het zeer duur koo„

„men te staan! dan zo lang zij twisten de Comp„e zo veel

te meer Ruest zal genieten, gelijk dan deze affaire omtrent

het Goahse Rijk eenig verligting zeer presumtiev in de

onderhandelingen met Bonijs vorst zal te weeg kunnen wat daar omtrent verrigt

brengen nadien die vorst in deese sombre omstandig hee„

„den niet zeker is welke voornemers dan de Comp„e zon„

„de Emplecteeren! want indien die magt tegens hem

samenspande en de Comp„e zig Neutraal houd, Bonij

ongetwijffeld de dupfe zoude wezen van zijne heer„

sugtige oogmerken om het Goarse Rijk bij dat van

Bonijs vorst over soping Rijk geschreeven heeft beide

Bonij

vreemde Natien noteere ootmoedig daar

van, dat den 7„e deser mij over den Landweg van Boelecomba

toegebragt wierd een brief van den Resident aldaar gedateerd

den 29„e Maart JL: behelsende dat een Engelsch schip in

de Bogt van Bonij lag. Ik liet direct door gecommitt„s

Bonijs vorst daar van kennisse geven met verzoek

om deswegen ordre te stellen dat die vreemdeling na den

inhoud van het Bongaijsche Contract geen schuijl„

„plaats langer wierde verleend, en dien handelaar het

aan de wal komen te beletten.

Gelijk dan ook dien vorst een zeer minnelijk andwoord

dien aangaande mij heeft laaten toekomen en toegezegd dat

na zijn stedehouder de nodige ordres zoude zenden.

§5: Boulongs Rijk hebbe ik het genoegen om uw

Hoog Edelhedens ter kennisse te brengen dat het subsistee„

„rend Contract den 19:e februarij jongstleeden in volle verga„

„dering op nieuw door de afgezanten van dat Hof gere„

noveert, bezwooren en b'Eedigt is geworden en zulx ter

presentie van Bonijse gecommitteerdens die het Rijks„

zegul daar op hebben geset.

Omtrent het.

ik met het verdere daar over verhaldelde navolgens het

„den eerbiedig aangeboden hier bij gevoegd Register op het submist uw Hoog Edel„

„hedens aan.

4.

6.

van.

En

ik