buiten de uiterste noodzakelijkheid, zonder dat nog een enkeld
man van de hare of hunne zieken ter genezing aan de wal
mogten komen. en
Twedens dat zij nu bij het maken van Vrede op dit stuk
van privilegie zo sterk zijn blijven staan dat het hem is g'ac
„cordeerd geworden.
Wanneer men als dan hier uit ligtelijk zal kunnen zien
dat zij, die al zedert lang deze vaart clandestin hebben ge„
„frequenteert, zelfs door straat Lombok en Sapie, en ook
genoegzaam onbeschroomt alomme durfde te voorschijn komen„
niet zo zeer de vaart die zij zig uit hun eigen al toeg'eigent
hadden, hebben bedoeld als wel de vrijheid om onze stablisse„
„menten te mogen aandoen, aldaar hunne zieken aan de
wal te brengen, te ververschen en vervolgens te handelen in
alle stukken van Negotie, uitgenomen die welke de Edele kom„
„pagnie aan zig behouden heeft.
Dit onderstel jk dan voor eerst /: naderhand zullen zij ze„
„kerlijk wel verder gaan :/ hun oogmerk te wezen.
Om haar, die nu deze vrijheid van vrije vaart g'obtineerd
hebben en zig de rest, zo als men denken moet, van zelfs wel
zullen aanmatigen /:want wat zouden zij anders met deze
vergunning bedoelen:/ deze vergunning zo infructueus te
maken als mogelijk is, diend met opzigt tot dit Celebes, dat
Toreang /alias:/ Padang Padang, alwaar de Boniers zig zedert
meer dan 50 Jaren een eigen Tolhek of Sabandarij hebben aan„
„gematigd, geen ongelegen plaats voor de Engelschen, van Chir
of Banjermassing komende, wezen, alwaar het zelfs om
Cost te vatten, zo als alreeds in anno 1774 door uw Hoog=
„Edelhedens is aangemerkt geworden. En daarom, schoon van
te voren al vergeefs anzoek bij het Hof van Bonij is gedaan
om aldaar een 'skompagnies vlag te planten en een teken
daar bij van des konings Heerschappije op te regten, zo zoude
het een gewenschte zaak zijn met dit verzoek te vernieuwen,
zulks te kunnen obtineeren of de Boniers ten minsten te
verpligten en het daar heen te brengen dat zij stiptelijk aan de
Kontracten Hunner voorvaderen, bijzonder het Bongaijse
van den 18„e November Anno 1667 § 6: en 23 houdende, geene
Engelsche daar gedoogde of voet aan Land lieten zetten maar
schoon hier geen specerijen vallen, ijegten de Edele kompagnie
en jngezetenen beide zeer zoude beroven van hunne Jnkomsten,
bij aldien zij hier of daar op plaatsen onder deze kust gehorende
mogte aangieren en handel oefferen, en hier toe zoude het om
de Noord in een fraije bogt van 10 â 12 vaam water anker
grond tusschen de Mandhaer en 'sCompagnies Noorder Provin„
„tien leggende.
schoon
direct
O
21