208

nen ingeschikt werden in hoop

dat men seedert in staad zoude

geraakt zijn het schip de Para

Jacoba, 't geen met den nieuwe

gouverneur Bruijnink na

Ceijlon vertrocken is, om

Vervolgens van daar het in

hebbende goud na Cormandel

over tevoeren, met eenen een

laading peper voort Laast

gedagten gouvernement inte„

geeven, zoo baard egter toe„

nemend gebrek van deezen

gewilden Corl op Mallabaar

Veel zorge, en een geringe

reputatie voor de bediendens

aldaar