Van Banda adij 5=e Septemb=r 1713

onder nevenstaende

conditie

„titeijt is verstaen voor

eerst geen calk meer

telaten branden

„der specerijen sedert

de nevenstaende schepen

zijn vertrocken

Jtem porlus mounits Lonthoirs op erkenier Poulus Mourits: ter verrig„

tinge zijner affaires â costij ook geaccordeert hebben,

in gevalle het proces dat den fiscael deser provintie

dirk hendrik Legrand, over het onmenschelijk

mishandelen van seker soldaet Barent barents:

gen=t gemoveert, en reets eijsch tegens hem, onder

dato 25=e Julij a„o courant gedaen heeft, mitsg=s

door hem copij versogt is, sal ten eijnde gelopen

en gedecideert wesen, dog anders niet.

bij voors: resol: hebben wij ook goet gevonden, om

door onse grote quan dat men buijten de indit, en het vorige Jaer, ten

eijlande rhun gebrande 3: kalkovens nog een.

tamelijke voorraed daer van hier aen de hooftplaets

heeft voor eerst geen kalk meer te laten branden

maer die ten gem: eijlanden rhun nog leggende/ te

doen naermeeten en bij onse negotieboeken

-

in te nemen.

de specerijen die soo hier als op de onderhorige buijten

Comptoiren, 'tzedert het vertreck van de

scheepen, den arian, thuijs te Hemert,

quantiteijt der geleverende Zuijkermolen, door de perkeniers in

gesameld en aen d'EComp: gelevert zijn bestaen

in 664: sockels met foelij en 213862: lb: noten

muscaten

182