ins gelijck s wil bevorderen, dat gem: Heere Mar„
quis de Prié geauthoriseert moge werden, om
over de difforenten met syne Mayt van Pruyssen
wegjens de regten op de mase geheren werdende
en andere het over quartier van Gelierland con„
cernerende, te kunnen acorderen, en daer toe
alle redelycke faciliteyt toe te brengen.
dat sij Heeren Gedeput: verder aen gem: Heere
Grave van Cadogan sullen recommanderen, de saec
kien van de relige, om soo doenlyk by het beij=
serlycke Hof te weege te brengen, dat de qui„
ven van de Protastanten, in sonderheijd ni de Pelz
geredresseert, en de gem: protestanten by haere
vry en geregtigheden geconserveert mogen wer„
den.
Endie sal extract van dese haer Ho:Mo: resolutie,
gesonden werden aen den Heer Handel Bruyning
haer Ho:Mo: extrs. Envoyé aen het Hof van den Key.
ser, en denselve aengeschreven, om wanneer gem:
Heere Grave van Cadogan te weenen sal wesen
aen gedomen met denselven over de voors poin„
ten het Hof van den Keijser concernerende te
preecken, en ten selven eynde syne mistantie aen te
wenden.
Ende sal gelyck extract gesonden werden aen den
Heer van Borsselen, haer Ho:Mo: extrs. E. nvoyé
aen het Hof van syne Mayt van Groot Brittan„
nien, om ingevolge van haer Ho:Mo: voorige re„
solatie, op de liquidatie en voldoeninge van de
voorgem: sohuld. aen te houden. sonder reputie
Is ter vergaderinge gelesende requueste
van Mostet, en voordaagh, Coopluij„
den tot Amsterdam; als Raeders
van het schip de morgenstont, ge„
voert bij Capiteijn Dirk Houthuijsen;
houdende, dat het voors: schip, ge
laeden met Coopmanschappen, Houder
de minste contrabande goederen en
gedestineert naerde WestIndien,
op den 8e. augusti Laastleeden
des avonds omtrent agt uuren,
varende van Parenema naer Ocu„
mare, in de WestIndien, was ont„
moet van een Engelse Caper, genaamt
de Hunter, gevoert door Joh Hik
fort; dat gem: Hikfort aan
gem: Houthuijsen roepende;
van waar het schip was; daarop
was geantwoord: van Amsterdam,
dog dat gem: Houthuijsen weder
gewaagt hebbende van waar het
voors: Engels schip quam; daar op
niet was geantwoort; dat het
voorl. Engels schip haar suppltents
schip egter naderende, geme Hout
huijsen had doen roepen, dat hij
van onder sijn geschut sou blijven,
of dat hem andersints, de laag sou
geeven; dewijk niet konde weeten
of het een Zeeroover was of niet;
dat egter geme. Engelsen Caper, con„
dinuerende haar supplten: schip
te vervolgen, door gem: Houthuijsen
op hetselve een schoot was gedaan,
om hem te doen afhouden, retirerende
ondertusschen naer seeker ander
schip, daaromtrent leggende, en
gevoert bij Capn. Jean Arnaud; dat
egter gen: Caper haar supplterd,
schip was genadert, en aanstonts
den 22 Decemb: 1719.