van f 118492. 10. Hollandsch, onder anderen
met beding, dat dezelve Claude Anne Guy
de Nicoud, geene Luikeren van Sijne Plein„
tagien provenieerende naa Europ zoude zen„
den, dan met de eiger scheepen van een
Suppliant.
Dat hij Suppliant daarvan de verkoopscre
de procureeren, op soodanigen voet en condi
tien, als zulks met opsigte tot de Surinaam
sche Negoeiatien plaats hadde, en dat de scep„
pliant sig uit het provenu van dezelve,
duiseeren, van tijd tot tijd betaald soude
maaken van desselfs agtexweezen, hem
ingevolge hetzelve engeegement competeerende
Dan dat de Suppliant nu onlangs tot des„
zelfs merkelijke suxprisa hadde moeten
ondervinden, dat twee van desselfs scheepen
van St. Lucie naar herwaardt gedestineerd,
en wee eerst het schip de Neptuncus gevoerd
door Schipper Kilderik Sann Mlelcker, en
seont naderhand het Schip de Kroon priris
van Pruissen, gevoerd door Schipper Hendrik
Meister, meede van St. Licie hexwaards
koomende, door een Faansche Convette aan„
gehouden, en te Mantinique opgebragt
waaren.
Dat ten opsigte van het eenstgemelde schip
de Neptinus de Suppliant vexaer hadde
moeten ondervinden, dat het voornoemde
schip bij sententie van aen Gouvenneur
van Martinique in aato 24. December 1784.
8 Julij.
545.
zoo wel als desselfs lading, beslaande
uit 15 Vaten suiker, voor goede poijse
was verklaand, uit hoofde quasi, dat de
schipper en desselfs Equipagie zoude hebben
gecontravenceerd aom de Letlre Patentes
van zijne Koninglijke Majestait van Vrank„
zijk, van de maand October 1727, en Commer„
cie zoude gedreeven hebben op een quarties
van het Eiland St. Lucie, alwaar dulkes,
volgens evengemelde, Lettze Patentes, niet
gepermitteerd zoude zijn.
Dat hej Suppliant van hetzelve Vonnis
aan het hooge Admiraliteits Hof aldaar
geappelleerd hadde, maar met geen in=
der succes, dan dat de voornoemde Senten.
tie, bij nadere sententie in cas d'appel
bij het Admiraliteits Hof van 5 Januarij
deeses saars was geconfixmeerd gewor„
den.
Dat hij Suppliant van deselve nadere
sententie gexappelleerd had aen het
conseie d'Etat et priué van Sijne Majes.
teit aen Koninig van Oxankexijk, alwaar
dezelve zaak bereids litispendentis, of
zoo zas de aocumenten van hetzelve pro„
ces geecangeliseerd zouden zijn overgezon
den litispendent stond te worden; Ver
soekende de Suppliant om reedenen en
de voorschreeve Requeste geallegueerd, dat
haar Hoog Mogende hem Suppliant gelee.
ven te verleenen favorabele brieven van