den 13 Januarij 1777. bereids een Contract

hadde aangegaan, met willige condemnatie

van den Rade en Leenhove van Braband nader

hand bekragtigt:

2e. Dat de voorn: Jacob Meyer, by zyne aen„

stelling tot substituut secretaris van Bergerk,

Riethoven, Westerhoven, Borkel en Schaft zig

heeft geëngageert te Bergheik te zullen woonen

en welke aanstelling by haar Hoog Mogen.

de Resolutie van 26 April 1782, op dien voet

is geapprobeert, en

3e. dat dezelfde Jacob Meyer zig van alle

andere secretaryen behalven die van Bergeyk

en Eersel; met derselver onderhorige plaatsen,

heeft ontdaan.

Is goedgevonden en verstaan, dat in het ver„

soek by de voorscz: Requeste van de Ingezeete.

nen der Dorpen Eersel, Duyzel en Steenzel

gedaan niet kan worden getreeden, en word

het selve dienvolgende afgeweezen; en wyders

dat aan den voorn: Jacob Meyer zal worden

gepermitteert, zoo als aan denselven gepermit„

teert word mits deezen, om geduurende den

tyd, dat hy als substituut Secretaris te Eer„

sel fungeert, en tevens de Secretarye van Ber„

geyk waarneemt, te Bergeyk te mogen wonen;

mits behoorlyk op de voorsog: plaatsen, de

zitdagen, ingevolge Haar Hoog Mog: Reso:

lutien, dien aengaende geëmaneert, waarnee„

mende, terwye haar Hoog mogende zig

ditmaal laten welgevallen, dat, vermits de

29 October.

588

maendelyksche zitdagen van Borkel en Schaff,

te gelyk met die van Duyzel en Steenzel op den

eersten vrydag en zaturdag van ieder maend

invallen, dezelve zitdagen als nu den twee„

den zaturdag van ieder Maand tot Borkel,

en tot Schaft den tweeden vrydag van ieder

maand bepaald blyven: zullende niet te min„

Regenten van Bergeyck worden aangeschree„

ven, dat zy zig zullen hebben te wagten, van

in 't vervolg eenige zitdagen, zonder haar

Ho:Mog: speciale Resolutie daar op alvoreng

te hebben gevraagd, eigener authoriteit te ver„

anderen.

En is wyders met relatie tot de verschillen, die

tusschen den voorn: Josua waakhuysen en

Jacob Meyer mogten ontstaan zyn, uit hoof„

de van het voorscz: Contract, tusschen elkan„

der op den 13 January 1777 ten overstaan

van scheepenen van Bergeyck geslooten, en

daar na met sondemnatie van den Rade en

Leenhove van Braband bekragtigd, goedgevon„

den en verstaan partyen in deezen te ren„

voyeeren na de Ordinaris Justitie.

en nadien by examen der klagten teegens

voorn: Jacob Meyer ingebragt, bevonden is, dat

hy voor zeekere koop conditien voor Adriaan

Kox, groot quasi 402 fol: zig heeft laten be„

talen 78. niettegenstaende dezelve zoo wydt

uit een geschreeven zyn, dat ze gevoeglyk op

10 fol: hadden kunnen worden beschreeven, en

dat mitsdien voor dezelve niet meer als 12.

had moeten worden betaald; Is nog goed„