En is daarnevens geleenen

eene resol: van Hoeland, tot

appui vant voorn, verioete

en hier na volgende geinse„

keend

Riat Intertio.

en Nylagen

Panys Plauw 9 Meyer douden

gelieven aan te schrijven, om deldas

albeed, ter plaatze Waar zy het

ganden Aogne

dienstig achten derzelver devoiren

aantewenden, ten einde de Suppl„

dezee derzelver Wettige pretansie,

welke zy ten laste van deekene

Claude Anne Guy de Micoud,

voormaals Gouverneur op 't fransche

Eyland St. Luove en desselffs Huis,

Vrouw Maxie Anne de Naux, met

welke hy ingemeenschap van goedere„

was getrouwd, waten hebbende,

Mogen bekoomen;

Waarop gede. zynde, Is goedgu: en ver„

staan, dat Copu vande voorn: Reque„„

te zal worden geconden aande Mens.

Planipeen. van H. Ho. Mo. te Paays

Blauw en Meyer, en deselve daar„

nevens aangeschreeven, om zulk

en daar zij 't van Oncst sullen

Oordulen, de Supplt te Zeele

Ovorere soo aril mogelyk de

bhalpzaame hand te bibden

Can 14 October 1745.

Muandag den 12e. October 1795.

Heteerste Jaar den datnafsche Vryheld

Camact int de Accxecten der verga

„dening van de Provisionele Represen

„tanten van 't Volk van Holland

Is gelegen de Requeste van Johan Wil

helm Biexschel, als eenige overgebleeve

Testumentaixe Executeur in den boedel

van wylen Aennicus Berghaus, mitsgaders

als gemagtigde van Hohannes sacobus

Troon le Schiedam wonagtiq, Huexman

en Danckents, Nicolaas van Aen Biet,

als in huwelyk hebbende N: M Vinkenaa

eenig nagelaten kind en Exfgenaam van

wylen Abnaham Vinkenna en Jan Eilents,

woonende te Amsterdam, als geinteresseer,

Aens in de Compagnieschap van nagotie

door Nu wylen Henxccus Benghaus te

Amsterdam gevoerd op dn Pixman van

Henry Benghaus, om redenen daar by

geallegueerd versoekende, dat deen

vergudtering derzelver gedeputeerden

ten Vergeeening van hun Hoog Mogende

gelieve te qualificeeren, om de supplt,

anten te doene Vasoek, om pavonable

voor en aanschuyving van hun Hoog

Mogende aan de Ministers Aayers.

Republicq te Parip ter zake en ten

fine by het Aaan toe loor de Supple

anten aan hun Hoog mogende e presen