tot derselver narigtinge

26 18383.

dit Ontfangen een missive van den Heer

CDoublet van Groenevelt, haar Hoogh„

ter

4

Mog: Extraordinaris Envoyé aan het te

Hlof van Zweeden, gesr: te Stokholm

den 1e. dezer; houdende advertentie,

en onder anderen dat het tlop

voor den tyd van zes weeken

had aangenomen den Rouw

over wylen den Heere Prince Hen„

drik van Bruntwyk; waar aan

rig nevens de overige vreemde

Ministers, volgens gedane aan„

,zegginge, had geconformeert:

ndaar orgrent

verzoekende, haar Hoog mog.

approbatie, om dieswegens, vol„

,gens het Reglement te mogen de„

,clareeren

Waarop gedelibereerd zynde,

is goedgevonden en verstaan, dat

aan gem: Heer Doublet van Groene,

velt, zal worden gerescribeert, dat

haar Hoog Mog: haar laten wel„

gevallen, dat h den Rouw ter za„

ke voorsz: heeft aangenomen, en

dat hy desegens zal mogen de„

„clareeren, volgens en in conformi„

,teit van de ordres van het Land,

zullende Extract van deze haar

Hoog Mog: Resolutie gezonden

worden aan den Raad van Staate

en de Generaliteits Reeckenkamer

om

om te strekken tot derselver na„

,rigtinge

De Conclusie van Andwoord van

Cornelis dhierry de Bye, als Pro„

„cureur van Darnel Camuel van

serst en Leonare van der Beets,

in qualiteit als door Ephraim

somans scherpingh geassumeerde

en gesurrogeerde meede execu„

teuren en administrateuren der

fideicommissaire Goederen met

er dood ontruimd en nagela„

ten door wylen Pierre Boyer,

en vande voorn: Ephraim Co„

mans scherpingh in qualiteit

als by de beslooten testamentae

re dispositie door voorn: Pierre

Boyer, op den 30 Maart 1748 tot

suriname gepasseerel, aangestel„

den Executeur, Voogd en beheer„

der der voorn: Goederen, Gedaag„

dens by mandament van Revrsse

ter eenre, op en de jegens mr Ja„

cobus Augustinus van don, ad„

vocaat voor den Gerechte der

Stad Amsterdam, alsin huwelyk

hebbende Madalaine Bordier

eerder weduwe van wylen voorn

Pierre Boyer, Impetrant in het

voorsz: cas ter andere zijde; Is

na voorgaande deliberatie

goedgevonden en verstaan, dat

den 14. September

1761