Transkripte durchsuchen » Zeeland Archiv

Archivzugang 13.2, Inventarnummer 1314, Blatt 15

_
Eerste blad
Nummer. 8706
can
Boedelbeschrijving
Heden den derden Juni achttienhonderd twee en
negentig, des voormiddags ten tien uur
is door mij Anthoni Martinus Iak, notaris gevestigd
te Middelburg, hoofdplaats der procncie Zeeland, in tegen
woordigheid van Pieter Brouwer Koetsier wonende te mi
delburg en Jan Coppoolse Bartelszoon arbeider wo
nende te Perooskerke als getuigen, tot bewaring
der rechten van de na te noemen personen en van alle
anderen die daarbij verder belang zouden kunnen hebben
overgegaan tot het opmaken van eene beschrijving van
alle goederen en zaken behoorende tot en uitmakende
den gemeenschappelijken boedel van wijlen Adriana
Bezuyen, gewoond hebbende in de gemeente Serooster
ke en aldaar overleden den zes en twintigsten februari
achttienhonderd twee en negentig en haren nagelaten
echtgenoot Abraham Melis Pauluszoon en zulks op
de hofstede door de overledene bewoond geweest
staande in de gemeente Serooskerke gemerkt B
nummer 167.
ten verzoeke en in de tegenwoordigheid van
Abraham Melis Pauluszoon landbouuver wonen
de in de gemeente Serooskerke eersten uit eigen hoofde
en ten tweede in hoedanigheid van vader en wettelij
ke voogd. over de minderjarigen Teyntje- en meeltje
Melis geboren uit zijn huwelijk met wijlen Adriana
Besuijen
Pieter Besuyen landbouwer wonende in de gemeente
Serooskerke, inbetrekking van toezienden voogd over
de genoemde minderjarigen, daartoe benoemd en als
zoodanig beëedigd door den Heer Kantonrechter in
het Kanton Middelburg den Zevenden April achttien
honderd twee en negentig
De beschrijving zal plaats hebben opaanwijzing en
volgens opgaaf van den rekwirant Abraham Melis
Pauluszoon als in het bezit zijnde van de goederen
der gemeenschap
terwijl de schatting der roerende goederen zal ge
schieden door den Heer Willem Maas gemeente ont-
vanger en Gillis Geschiere landbouwer beiden wo
nende in de gemeente Serooskerke, ten deze tegenwoor
dig als onzijdige deskundigen daartoe door de be
langhebbenden benoemd en als zoodanig beëedigd