Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6, pagina 51

Wet zoude met referte tot hetgeen
ik in mijne vroegere nota heb
gezegd in allers gevalle meer
pas gehad hebben, indien de
Overste Brade werkelijk eenige
klagters tegen Malherbe had,
zulks te doen bij gelegenheid,
hij in het begin van 1841 schreef
over den prijs van de geweren
bij Malherbe; Vide bijgaan„
,de nota.Nad ik mij toen de
behandeling van die zaak
herinnerd, alle geschrijf zou
welligt vermeders hebben kun„
,nen worden.
Ik heb in mijne nota van
2 Februarij S. L. alleen gezegd,
dat de te late oplevering van
geweren in 1848 door Malherbe,
was ontslaan, door buitengewone
omstandighedens van dat jaar.
De Overste Brade neemt daar„
,uit aanleiding om van nog
een paar andere leveringen.
te gewagen, die niet ter bepaal„
,der tijd zouden zijn volbragt
geworden. Voor deze leveringen
was echter door Malherbe
uitstel gevraagd en in overeers„
„estemming met het gegeven
advies van het Departement
van Oorlog aan hem toegestaan
sijnde, kan zulks niet als te
laat volbragte levering worden
beschouwd.
ad
beschouwd. Daar en tegen, wan„
,neer er geene termen bestaan om
uitstel te verleenen, dan wordt,
gelijk in het vorige jaar heeft
plaats gehad, toen eene afle„
,vering circa eene maand te laat
geschied is, de bij het contract
bepaalde boete opgelegd en
de betrekkelijke rekening daar„
,mede verminderd.
Het om aangegeven reden
vragen van uitstel, wegens
het opleveren van bestelde of
bij uitbesteding aangenomen
goederen is trouwens eene
gewone zaak, die conforms be„
„vonders wordende gewoonlijk
wordt toegestaan, daarom
komt in alle contracten voor
dat, wegens te late oplevering,
boete zal worden verbeurd,
,ten zij bewijzers van onvoorziene
,toevallen, oorzaak van de ver„
,,traging zijn geweest.
Eindelijk wordt nog door der
Overste Brade aangevoerd, dat
ongegrond is mijne bewering,
dat het meerdere afgeleverde
in 1848 te Maastricht dan
vroeger, zich heeft bepaald tot
het herstellers van geweren,
maar geenszins tot het maken
van nieuwe.
Om nu de ongegrondheid
van
ad ve