Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 3803, pagina 15

14
regel. zij maken dan ook gaarne van deze gelegenheid ge-
bruik dien maatregel met den meesten aandrang aan te bevelen.
Wanneer zij nagaan de lijsten der leden, dan houden zij
zich overtuigd, dat bij een goeden wil het ledental hier en
elders eenige keeren verdubbeld kan worden. Inzonderheid
zal dit het geval zijn met de ingezetenen van Croningen, van
welke slechts ruim 400 de instelling, waarop de gemeente met
recht trotsch mag zijn, met jaarlijksche bijdragen steunen.
zij spreken dan ook gaarne den wensch uit, dat de volgende
verslaggevers op grooten voornitgang in dat opzicht zullen
kunnen wijzen.
Thans overgaande tot de eigenlijke taak, mededeeling van
het resultaat der administratie over het afgeloopen jaar 1883,
merken zij op, dat de totale ontvangsten der rekening aan
wijzen een bedrag van f 82024. 23, de totale uitgaven van
f 81441. 384, sluitende de rekening alzoo met eene meerdere
ontvangst van f 582. 834. Onder die meerdere ontvangst is
echter begrepen het saldo in kas van 1882, ten bedrage van
f 411.37, terwijl van de giften en legaten f 63. 88 minder
is belegd dan is ontvangen, zoodat in werkelijkheid de ont
vangsten de uitgaven slechts f 106. 384 overtreffen.
Ten aanzien van de afzonderlijke posten der uitgaven kan
worden opgemerkt, dat die weinig afwijken van de rekening
over 1882. De betrekkelijk geringe verschillen vlocien voort
uit de veranderlijke prijzen van levensmiddelen, mindere of
meerdere behoefte aan geneesmiddelen en uit de omstandig
heid, dat nu eens meer dan eens minder kosten voor onder
houd der gebouwen, voor onderwijs enx. noodig zijn. Het
totaat bedrag der gewone uitgaven 8. 1. na aftrek der op de
rekening voorkomende belegde gelden, wijkt dan ook weinig
af van het cijfer van 1882, maar overtreft dit toch met
ongeveer f 833, welk verschil noofdrakelijk is gelegen in
meerdere kosten voor drutkloonen en onderhoud der ge-
bouwen.
Met de ontvangsten viet het er minder roosteleuriq uit. De
Is
subsidien zijn van f 8003. 38 in 1882 tot f 1861 in 1883
gedaald. De bijdragen der leden, die in 1882 109 f 11393. 12
(in 1881 zelfs f 12183. 464) hadden opgebracht, zijn door
vermindering van het getal der begunstigers in 1883 tot
f 10451. 744 geslonken: in twee jaren alzoo een achteruitgang
van niet minder dan f 1731. 12. Door verlaging van den
rentestandaard zijn de renten en huren van f 38013. 814 in
1882 nu gedaald tot f 37276. 37. Onder de ontslagen twee
kelingen waren eenige, voor wie kostgeld aan het instituut
werd betaald; degene, die hunne plaats hebben ingenomen,
verkeeren in een minder gunstigen financieelen toestand, waar
door in het laatste jaar ook deze post der rekening van
f2952, 50 tot op f 2091. 67 is verminderd. De schootgelden
en de vergoeding voor kleeding enz. hebben ook eene kleine
vermindering ondergaan. Die ongunstige toestand heeft dan
ook ten gevolge gehad, dat de gewone ontvangsten, onder
aftrek van het saldo van vroegere jaren benevens de giften
en legaten, tusschen 1882 en 1883 een verschil aanwijzen van
minder ontvangst van f 2867. 834. Gelutkig dat de rekening
naast deze schaduwrijden ook een lichtpunt vertoont in de
posten giften en legaten; die vergeleken met 1882 eene ver„
meerdering aanwijzen van f 5854. 164 en de belegde kapita-
ten alzoo konden worden vermeerderd met f 17110.
Intusschen, hoewel de vooronderstelling niet gewaagd mag
heeten, dat zoolang het instituut zal bestaan, edele menschen
vrienden deze instelling gaarne met giften en legaten zullen
onderstennen, op die onvoorziene ontvangsten van geen staat
worden gemaakt. Het boven met cijfers aangetoonde ver„
Schijnsel: verminderins der gewone ontvangsten, tegenover
vermeerderins van gewone uithaven, is een bedenkelijk ver„
schijnsel en dient ter harte te worden genomen door allen,
die belang stellen in het instituut. Moge het getal dezer
laatsten steeds toenemen en daarvan duidelijk blijken door
groote vermeerderins van het aantal teden:
Ondergeteekenden hebben de eer hunne medeleden voor te