Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.02, inventory number 3595, page 10

4
Burgemeester en Wethouders der 60.
meente Tiel roopen hierbij op sollicitanton
naar de vetrekkins van
ONNaf Masdaafs,
aan de operbare schoot (nootd der ochoot
de heer Spoel (a21. Jaarwedde 1650.
der kootaends gar ' soo. voor het berif
aenden aan den Burgomeester der Gemeente
Tiel voor 10 Januari 1882.
1101, 19 Docember 1882.
NEDERlANSOR
SEAAARRORSl,
voor
D. OE OR0o
Schoolopniener in 't Arrondiosement Utrecht.
Leronde drot.. . Prijs 11.26.
,Do resde druk, in betrekkelijk reer kor.
ten tijd van deno, Spraakknnst vorsche-
nen, is bewijs genoes dat zij en bij onder
wijvers en bij teerlingen ot veoeionaars onaer
moedertaal bij voortdurins wel wordt ont
vangen. Dit verdient zij ook om de m0.
thodo, wolke de Schr. heeft gevolgd, t. w.
niet vloot eene opsommins van laatknadige
rexets te geven, maar volgens de wetten der
paedagogie, 5101 tot denkon te leveren,
waardoor de teerlins, tot nadonken over
zijn eigen denken en spreken en dat van
anderen moet worden gebracht. Voor twee
kelingen en husponderwijners zal de Neder
landsche Spraakkunst ook een reer geschikt
verboek blijken te zijn: Ons Recht.
De Loekomsi regt 0. a. van dit wertje:
De Nederlandsche Spraakkunst is een
voortrettelijk werk, dat in de vibliotheek
van etken onderwijner eene eerste plaats
verdient, en dat wij etken beoolevaar der
moedertaat viet genoes konnen aanbereten.
Wat overigens te zijnen voordeele genoeg
naam pleit, is, dat 101, na n00 torion 1ij8.
reeds eene resdo uitgaat boleeft.
Celijk velo onzer lerors waarschijnlijk we-
Eageende beeret deshoora Smraak-
diende taam. Deed rich de Heer on Cnoor
in zijne spraatiseer kennen, als uitnemend
voor zijne taat v0000g8: 205de wijlen onre
hooggeschatte medewerker, Dr. A. o2 Sa.
oxx, bij de verschijnins der eorste uitgaat,
in de Lijdspiegel, teeds het doorbladeren
van de Spraakkunst moet notaellde getnige
nis doen afleggen. Beknoptheid, degelijk
heid en gepastheid zijn de kenmerken van
dit werkje en geven het eene voorname
plaats onder de taatkundige teervoeken, die
onze literatuur telt. Het gevols heeft be-
wenen, dat noowel onderwijners als leerlin.
gen, dit gevoelen,ge dangenaet ingt mwonig
echier heet niet betond. Wij betreuren
het. Men schalle rich het voek aan, en
men 2al met ons bekennen, dat in de 20e
van spraakleeren en opraatkunsten, waar
mede wij sedert de laatste jaren worden
overstroomd, wellicht geene entete 200 5200.
te verdiensten verit als de bovenstaande.
De Poekomst, Bels. Tijdschr.
Vitgave van
P. Noorltolt to Awaingen on d. Volodlen t Aenhon. Dordt.
AA.SoAIABFuris.
we se vruk van het
A2s oHubaaris.
Oudegracht, hoek Vinkonburgstees,
vrancii.
Monsters wordon in rokorios 50.
bracht en niet tranco verzonden.
Tot 22 Doc. A. S. wor-
den de Schristelijke
Ophavon voor de Admissie-Examons
d0r aspirant kwoekelingen voor
Kwoek en Normaatschoton in 1818
en 79 in plants van voor 11. 486
61s. 5elovord. Die in 1880 m0d0 a
36 Cts. dus de veide tloete dooton
te namen 70 01s. in plaats van 12.
Alom en tegen rendins van het bedras
te bekomen bij den Vitgever Moltks to
H. H. Ouderwijners genieten 26 plt. rabat.
en bij eenige hooveeAaV EE-F.
PAA MWARt
A. M. Rordawtsx Nmn.
rwae Olistihax.. Pris l3, 80.
4. M. Rouduintax Nam.
Prijs (190.
Met enoces wordt verkocht:
4. M. Rotauwisw Nan, Loiddraad
bij het ondorwijs in de 4150.
gemoene beschiedenis. Pr. 12, 50.
beknopt overricht der
415. Geschiedenis. 3e Auk. Prijs
1040.
Dere werken worden gebroitt op rete
Normaal en Kweekscholen, H. B. Schoten
mot Sjarigen cursus. Instituten on2.
wrf ves elaatns Aeralas El.
oonn Earinit.
12 80. lormaats conts het voton nooger
Prof. Dr. D. Auramraa,
vris tAEsts
Nieuwe Vitstapjes
ren
itesoocx voor ot voinssenoot-
met eene anereltie van 8. Baot Ten Kate,
Inspect van het Lager Onderw. in de Proo Groningen.
vienve tuaniuaxx ouox.
met s6 moutsneetiguren.
Prijs 10.40.
„beide werkjes beleefden reeds verschei
dene verdrukken en verdienen die om de
belangrijkheid der behandelde onderwerpen,
de duidelijke voorstellins, den prettigen stijl.
De eersto Vitstapjes beepreken: de natuur,
de tacht, het water, de visschen en de
vischvangst, de echetpdieren, de oesters, de
parels, het toraat en de spons, de walvisch,
de vulkanon, de aardboringen, de Steonkoot,
net potlood en de diamant, de warmte en
de uitrettins. de luciters, de spiesel, de
suiker, het drijven en rinken, de luchthalons,
de rups en de vlinder, de mo1, het 2out,
de wotken, de metaten, de rachel, het graan.
De nieuwe Ditstapjos geven: de veer
mais, het kruit, het geluid, de tanden, het
gras, de wind, onre kloedins, de rwarte
v1105. tot 1008. katoen en linnen, ons huis,
de naatdboomen, waar komt de regen van
duane de aardappel, set kunstlicht en de
Ons Recht.
eik.
Wageningescho Boek- en Muriokdrukkerij.
bij voorvtorr a Surx te Croningen
zijn verschenen:
teesooex voor oe voirssenoot.
met eone aanborelins van Br. M. Salverda.
arvuxou tunniarn vuox.
met a3 moutsneetiouren.
Prijs 10.40.
AR DrR N1DOR,
Bryk der Navudt.
bij 4. M. Stornoowrn te Amero.
toort riet nodon het licht:
ve te bruk van het
Leerboek der Algemeene
Leerboet der Vaderlandsche
St Octe WEl Kaart van Nederland
door P. N. wrrmamx.
bijgewerkt tot 1 Angustus 1882.
te verschenen
bij 8. Vottelen te Arnhem. Prijs 30 Cts.
Heden riet het licht bij J. Vottelen, te Arnhem, de
van den Meinen Atlas van Noderland en zijne borit
3d0 DkoR
tingon, door P. H. MrRAulf. in 14 Kaarten prijs S6 Couts.
Kaarten prijs 40 Conts.
der Boknopte Aardrijkskande van Nederlanden zijno 60.
Sdb DOR aittingon door 1. C. BoASPl en D. O. v. Nt K. Prijs 26 Conts.
arrmarmoneeman voor ter onnuewis.
115, 32.
Kasl
Londag 24 Decem66r.
4444
484444480
brgaan van de vereenining tot bevordering van het volteonderwijs en het Schooltehoek in Nederland.
Oplage 9008 Exemplaren.
Vitgever:
A. S. van der Zoett te Busckede.
Stukken voor de Redaolle in te zenden aan den heer Mr. A. Kordlyk te Amsterdam, Klovenieroburgwal 27. Advertentien in te zenden voor bonderdag middag een uur aan den Oitgever„
Waarin was beweerd, dat die Maatschappij sedert naar
egelant, hnaar laats Ra lesen goed opensaren oS
oschappij in overeenstemmins was.
tot onteer s Aloemden treuwis gebleven aan haar be-
wwin iags meening mogende remptie den Aemd-
vwaarom streed de Maatschappij tot nut van 't a15e.
omeen voor het openbaar onderwijst
Waarom wilde de spreker van 1877. dat de aanvat
vangene. waarom nandat hi als minder op dat bg-
overklaard heeft, dat het openbaar onderwijs thans niet
kan worden gemist.
daarn huijn het verschil moeenen den geachten alse-
ntet ovesrhaan gendernijs, andat het bijonder onderwijs
onderwijs gegeven zou kunnen worden, indien de Staat
vrich onttrok. Ik denk in dit opricht nos eveneens
vals in 1877.
21k meen n03. dat de 400. 000 kinderen, die thans
openbaar onderwijs genieten, niet eenvoudis op straat
genan dn ij evenmien aen de nogde hinderen
120u nijn.
WWanneer ik in 1877 reide: de Maatschappij tot nut
van 't algemeen moet haar programma handhaven,
engeememeen eneem
Doch waarom strijden andere mannen, en zij zijn
het, die thans tegen den minister van binnenlandsche
raken 200 warm optreden, voor het openbaar onder
wijss om een geheel andere reden, mijnheer de voor„
it het werk van den heer van Houten over de
Staatsteer van Thorbecke blijkt, welke die reden is. In
dat geschrift wordt Thorbecke gegiept, omdat hij niet
genoeS nadt -grldentg heeft gestreefd, doch tevens
wordt de Staatsschool gehandhaald, omdat anders het
gevied van de school door de kerk 2ou veroverd wor.
den. Die vrees voor de kerk, door mij niet in de rede
schappij tot nut van 't algemeen, nij kennerkt uw
Er is ASS at der Arlaa anderwijs onmisbaar, men
vvan tegelijkertijd een vriend zijn van het bijzonder on.
vderwijs.
ten reltverdedigins.
vuitdrukkingen voorkomen, die ik thans wijnigen 20u.
vherleest wat men vijf jaren geleden geschreven heeft.
De aanteidins tot die toespraak, voor welke ik overigens
onos de verantwoordelijkheid aanvaard, ontleende ik aan
ttwee geschriften, het Eene van Ruyper herde gericht
vtegen de Maatschappij tot nut van 't algemeen.
oschoten en reind al Is moege een voorstander was
vvan het openbaar onderwijs, en dat ik thans daarvan
veen tegenstander ven geworden. De laatste bewerins
vis onjuist. En wat de eerste bewerins aangaat, waarvan
vik de juistheid niet ontkennen 2a1, tot stavins daarvan
woerde hij vete bijzonderheden aan uit een toespraak,
vdoor mij niet als minister, maar als voornitter der Maat
oschappij tot nut van 't algemeen in 1877 gehouden. Ik
v2ou wellicht kunnen vragen: welk belans kan de kamer
vin dere toespraak stellen: Maar die vraas 2al ik niet
vdoen, daar it vereid ven rekenschap te geven ook van
al Arken volmondig, dat in bedoelde uitspraak eenige
walg, iss, op die vaag geeft hij een bevertignde aen-
in Nederland. Hoevelen hunner zouden echter wenschen,
voat die hertiening nooit hadde plaats gegrepen, ten minste
Doch er is door den geachten afgevaardigde uit Win-
de voer sde der vop st Rebben bespeurd, dat ik
rsteeds beproeta heb de uithaven, door de wet ook van
AAmsterdam gevorderd, niet te 1003 te doen opvoeren.
v41 ware it voorstander der wet geweest tot na het
voogenblik, dat zij tot stand kwam, rells al had ik voor
die wet gestemd, dit 1ou mij niet behoeven te beletten
rthans te erkennen, dat zij groote gebreken heeft, en dat
nhaar herrienins in vele oprichten wenschelijk is. Voor
rdie erkentenis deins ik niet terus, en ik aarrel relts
vniet de overtuigins uit te spreken, dat, 200 de wet van
11878 nogmaats in dere kamer werd in stemmins 5e.
vbracht, 2ij geen 20 stemmen verwerven 201.
o1s de minister dan wellicht geweest voor de herrie
rschappij kon worden nagegaan. Had de geachte spreker
vinlichtingen willen inwinnen te Amsterdam, waar ik na
Voor ons ligt thans het officieele verslag der kamer-
in rake lager onderwijs tegenwoordis meent te moeten
innemen.
betogt vand heer Porgeeite die vogmaals, met de
heer Eijnacker Hordijk niet meer denelsie ien die hij in
overbodte dand het Ceene ne Reeres van het geneerde
De geachte spreker heelt sommige teiten aangevoerd,
vwaaruit rou moeten worden atgeleid, dat de minister,
vvroeger een strijder voor de wet van 1878. thans een
vegenstander dier wet geworden is.
2De geachte afgevaardigde zal mij toegeven, dat uit
nnags is getaten, dat is hai ingenomen met de met van
minister tot rekere noogte relt toegat wat hem verweten werd.
Daarentegen vinde diens rettverdedigins hier in naar
beheel een plaats. Lij midde als 10151:
gchreven in tet m andene reet onder huan aandacht
nttigs van te meddgedaard gedlachtenwisgeling tusschen
goemantger gens bngenlandsnde zaken en den heer
Dit vlad verschijnt wekelijks en wordt door den
Uitgever gratis verzonden aan al de leden der Ver„
eenigins.
De absmael de esfrijs PnPL1. 5o. en voor N. O. Indie,
mits bij vooruitbetalins te voldoen 14.
1682.
anne henene de dene aen men daetrdeque.
den aengengnegena de Rresels mat en manmer de Commsoen
Die vriend heb ik wij niet voor het eerst betoond
wsedert het oogenblik, dat ik minister werd maar sedert
omdmmend
AAldus ben if getrouw gebleven aan de dentbeelden
vvan den meermalen aangehaalden Staatsman, die het vot
ogende verklaarde: vn den krijs tusschen het openbaar
oven bijzonder onderwijs ven ik ten eenenmale onpartij
20815. Wij hebben de wet. in iedere gemeente moet open
onderwijs niet onserveijs niet goed nij, dat aan goetson-

aWemna, mijnseer de voornster, ook bij deze woorden
vraeeden heer Inorheeke gint it mij aan en daardoor
rmijn houdins in de onderwijskwestie.
aenege te resten egevan sijn danig geldgendereken-
verdediging tevreden te zijn. In rekeren un zijn ook wij
althans kan daaromtrent noch twijfel noch misverstand
bestaan: en een voordeel is het in allen gevalle, te weten
wat men aan elkander heeft. De 400. 000 kinderen, die
thans openbaar ondernis geneten. aelar waarom,
waarom alleen, de openbare schoot in Nederland, naar
zijn oordeel, behoort in stand te blijven.
Sprootjes als opvoedingemiddel
De rucht naar het wonderbare is een riekelijke uitins
van den aesthetischen 2in. heb ik in n0. 39 van dit
Dewij nu zonder het wonderbare het sprootje geen
sprootje meer is, zou ik kunnen denken, dat ik genoes
raam voor alle lerers met dat woord vriekelijk den
aigngh heedngederen aergp minnalteer van het grootje
ik nader moet toelichten, waarom ik beweer, dat noch
de verstandige moeder noch de onderwijner de persoon
lijkheden zijn, die het sprookje tot het kind mogen bren-
s det rerael ben is niet gegaan. Ia toch:
Maar ik erken gereedelijk, dat en mijn macht als hootd
van een gerin en mijn nauwlettende vaderlijke verorgd
heid daarvoor reeds bij mijn oudste kind tekort gescho
ten 2ijn.
Bevengen saa tan haeft als zijn naam aanduidt, de
hulp van schrift noch drukpers noodis om te blijven le-
ven. De osproke wordt gesproken: zij gaat van mond
tot mond. Nos niet lans geleden ras ik op een stoep
schreden terus, deed of ik naar iemand uitras, en met