Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 2.10.01, inventory number 4661, page 52

74, 307.
16 Augustus
Aan den Gellntede Hoofd Admi„
„stratie den 2en. afdeeling Infanteries. S Bos
De 3 daten met Schoenen op den 20en. Me
t't: ingevolge peciale last van Z. 2. Den Kon„
,misseris Generaal van Oorlog in dato 3 Mei
445, 377, 35. afd: 3en. Bureer aen mij afgezonden, zij
den 26e. dam aan volgende well ontsangen, en da
inhoud derzelven accoond bevonden. Hier
nevens een geteekend recis dan den Ontfangst
deze 1000 pesren Schoenen.
De reden dat re2d: niet droegen van den Ont
,vangst dezen 3 Vate verwittigd heb, is dat men
de kenrinh derzelven eerst heeft willen afwachte
dere heeft tot dus verre nog heene plaats gehad,
Zoo dres dezelve geschied is Zee rezd: ook het
bewijs daar van geworden.
16 Aug:
Aan den Heer Administrateur van Kleeding
den 10e. afdeelins Nat: Infant: te Haarlem
Deze is dienende om reld: kenniste gevan
dat de 3 daten met Schoenen gemerkt Ho. 1. 251
ten gevolge den aanschrijving van Zijne Excell
den kommissaris Genen: van Oorlog in. dato 6
Mei tt: 4o. 37. 3r. afd: Ve. Burelus door telo
in dato 12 dezer aan mij afgezonden, wel ont
tVangen zijn, en de inhond derzelven accoorda
bevonden. de Drie Inventenissen gaen hier
nevens getekendters; dock daan de Keuring
dezer 1000 pare schoenen nog niet heeft plaut
gehad, zal 1k reld: zoo dre dezelve geschiedt
Zal zijn, ook daar van het leewys doen toekomt
16lih
Aem de hoofd administratie van de 14en. Afdelm
Infanterie te Maastricht
De, ten gevolge eenen keschrijving van zij
Exc: den Commissaris Genero: van Ooclog, in detod
Mei 1820 44. 33. 3e. afd: 3e. Bureen, op den Hn. M
tit: aen mis afgezondene 6 Balen, gemerttt d
zijn in haede orde ontdangen, en den inhoud over
,eenkomstig, den Aaa bij gevoegden Staat allen
accoore bevonden. Do dres de Keurins derei
1180 Stuks gryze Kapotten geschied is, zal: Verd:
bewys daar van dedelyk gewonden:
A6lugustus
Aen. de Minister Salck
S kel de een dezen te doen dienenten geleide van
twee Rekeninge in duplo voor gellverde duite plaatpsa
8045, 84
laee ven de Babriten deseus
1115650, 21
1 de Hr. van Hasselt athoen
Waar van de belang hebbenden EExc: de betaling verzoeken
310.
1309
1308.
440, 311.
16 Augustus
Aan den Minister Spalck
Bij 222. Besluit van 10 Aeze. Ho. 16 heeft
ret 22. betrangd om in mijne handen te stellen
om te dienen van berigt consideretien en advies
e Resweste van S: A: Kerstens de. voorheen
te Boxmee thans te Nijmezen womachtig
hem zijne Majesteit gepresenteerd om Extraditi
den de 3350 Jaeren Schoenen doon den Lese„
remdien W: van den Heijdlen op 29 Apr: 1817
alngenomen en voorts geleserden afgeheurd
met drijstelling van de Boete
N. zal om aen opgemelde last van DD.
te voldoen niet noodig hebben het gantsche
beloop dezen zaak te kertaalen wijl het gebeurd
met de kanneming van van den Heijden en de
Supplianten genoegsaem in hun zekisest is
dervat, aan en zijn nog eenige Cletails, die mij
voorkwamen tot Elucidatie te Strekken.
W: ven der Sleijden de eerste aannemen
levert de schoenen die afgekeurd worden,
ook hij levert de tweede partij die de andere
remplaceren moest, maen op naam van de
Supplianten, terwijl hij zelve bi de tweede afken
„ring aano de Heeren Bosmentlod Pennis, blijkens
Inne rapport in dato 11 Nas: 1817 aen ons Departe„
„ment gezonden bij de mijne van 12 Nov: 1817
44o 947 gereit heeft, dat de naam van Vierstens
maar gefingeerd was, om dat men hens uit
hoofde den afkeuring ten tweeden male niet
als aannemen zoude geadmitteerd hebben.
en moet: dunkt mijdus duidelijken als bij de
Rekweste getoond is, blijken det W: van den Heijden
de Schoenen niet gemaskt heeft maen welherstens
en deeze laatsten dus regt heeft om dezelve te rug
te Vragen, waat by ons Ministerie kennen wy gee„
enden als van den Heijden.
8. twijffel zeen of wel een van beiden die Schoene
gemaakt heeft, en of het geen oude partij was, dee
men trachte aan den man te brengen, wyl dezelve
in hiet geheel niet aen het Model voldeeden, ook
heeft van den sleyde mij gezeyd, zie mijne brief
den 28 Mei. 1817 N. 463 dat hij die de Winten te
vooren had doen maaken.
Dan hoe dit oor mag zijn het is zeken dat den
Leverancien geduerende dietyd tot heden is ver„
„stoonen geweest van de waarde van die schoenen
en dat dit gemis hem schadelijk geweest is, den
de Leverantie voldeed zoo weinig; dat hy de boete
pad geincurreerd, en het twijffelachtig was of er
opzettelijk