Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.01, inventarisnummer 3531, pagina 11

aan die Colonie verleend, gepaard by de pogingen
van den Heer van Naders tot untbreeding der
onderscheedene takken van Nyverheid, wel un
beteren stand van zaken konde worden te ge
moet gezien dan by den onderwerpelyken be„
grooting staat worett opgegeven.
Volgaarne neem ik intusschen de bedenking
aan, by unt vroegere gelegenheid door den Genag„
hebber en het midden gebragt, dat men vm duur
zame vruchten van de niuwe takken van Nijver
heid te plukken, dezelve den tijd ter ontrekkeling
moehlaken: de Cochenelleheilt by voorbeeld,
die thans beter daar schynt te slagen, breedt
zech met dan langzaam nict, ook te Saeva
is men lang daarmede bezig geweest voor dat
de anseaten zich genoegaaam hadden verme„
nigvuldegd om dadelyke voordeelen sp te leve
nen. Ook ten aandien den merinosschapen
gelelt dezelfde aanmerking, hoezeer ik bevreesd
ben dat die mindten aan het oogmerk beant„
woorden zullen, om dat het vas, dondler neeuwe
aanvoeren, zoo spoedig verbastert. Meer duur
kame voordeelen kan men zich voorstellen tan
de aloé, die thans eene gereede markt in Enge„
land vendlt, en die op de klipaahtege gronden
en het drooge Clemaat van Curacao te huis de
hoort en in groote menigte wordt aangetroffen,
Wen ik en alzoo met voor om het subsidie
voor
voorserraaao nu reeels te verminderen, evenmen
kanck my vereenigen met het Cyphen van
1181, 855, 5712. als het presumptief te kort opge
geven, na afliek recds eener som van 170000
voor het geen verondersteldl werelt dat de mele„
taere kosten minden zullen beloopen dan de
berekening volgens het vastgesteld, dogh met
aanuexig personeel der militaere bezetting.
De Geraghebber heeft nog onlangs verklaard geen
meerder subsidtie te verlangen aan 1170. ove„=
moeyelyk is het dies te verklaren waarom men
hit te kort andermaal zoo hoog opgeeft zonder
nadere opheldering, ten zy men het aanneemt
dat, unt vrees voor vermindering van subseclie,
het te kort hooger wordt opgegeven, dan men
daar zelve berekent dat het bedragen zal.
Dit punt nogmaals en het medden lakende
verzoek ek aan Uwwer Cecellenties hernnering te
mogenterugroepen het voorstel by myn schryven
van 38e. September 1839e to 151 268. en ansteren gedaan
om namelijk hetgun buracao zal blyken aan
suriname verschuldegd te zyn, te doen afschru„
ven op rekening der setreld van Surename aan
het Moederland, en waarna dit by kortingen op
het subsidie aan Ecoracao zal kunnen geres„
titueerd worden. Overbodig acht ok het te herha„
len het geen ik zoo dikwyls ten aanzeen vandlen
ongunstegen staat den geldmiddelen dezer Colonie
en de moeyelykheid om remeses te doen, heb aan
gewenk