Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.01.28.02, inventarisnummer 5, pagina 9

4
Is gelezen eene Missive van den
Commissaris van den Raed, ter Comp„
toire Middelburg, geschr: aldaar
den 29 Sept: daar by ter voldoening
aan de resolutie in d:o 27 Aug. kenni
geverde, dat de scheper de Nepthu
nu schipper J. P. Moeman te
Ae Vlrsiengen gerid tijt en naer Topul
te stedenen en verdaar met den erste
gede herd nar Suvinans Eeppes
en demrijt ontr kker geijkend
dat te vlnsinge i ladinge zit
heschip dan zeeg epti
Mullen mede naer lef gulven de
merng gedituerd
veroekeend hy Commisin mijd d
19d te mogen genle ten de mteaten
oon de Raad omtrent de slagting
te einde niet alleen het vaatwek
behoorlyk te dre naazien. vwe ook
op de aanbesteiding te doen aldorens de
deniste mogt toeneemen
Geveade hy Commissaris wydes kennis
dat hij dom een brief van den Capitain
van de Pitte d:o Demeray 1 Julij
was onderigt, dat aldaer een epidi„
migene ziekte heeschtte, zynde
op de Amstedamische schepen op
de eene vier, en op het ander negen
gesterven, - hebbend hy Commisais
wydes venane, dat op het schip de
sreide drie dooden zyn; - ten einde
de Rhad decmtrent zoodanige
vnisiges zoude voorsneem of
5
2 al
voorstellen, als dezelve zamd, onder
len te behooren.
we
Welke Missive voor zoo veel de twee
eeste princten betreft, is aengenomen
voor notificatie, walt zyn zynd
voorts dezelve voor zoo veel het dode
ponct betreft, gesteld is harden van
Commissarissen tot de zaaker van politie
om hetzelve nade te exannineer, en
den Reed te dienen van deszelve osi„
dratien en advis.
Is gelezen eene Misive van de Aginten
van de Marne der Batcafsche Repu„
Engela
blieg, van Dyck, Gedes en Comp: geschr:
te Londen den 30 Sept. daar bij kin„
misgedende, dat zich by hun had gead„
serrd de Capiteijn R. W. Sturle, Capta
by het 7 bataillen Bataassche Jaages,
gedisteneed vaer de Colmnia met
„
vezoek, dat hij uit hoofde verziekte
moete repatrieeen eenige ondestand
mogt erlangen, dat zij dat vervek
niet hebben kunnen weigven, en gemeen
hadds hebben, aan deezelven unt hoofd
va d. resolutie van 230 Oct. ll. 10 L
of p11 Htoll: te moeten voorschieten
was voor hy eene assignatie op den
2eed had afgegeven, met vreck, det
dezelve op utan met betralinge
zoude werden gehouwerd, en hy van de
disprctie van den Raad geinformeet
tij einde zich in het vevolg zacneer
te gedraagen.—
Welke missen is gesteld en henrden
de Commissarissen tot de zaak de
vinante om derwegen ds vergadering
tidiende C.a A