Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8598, pagina 34

24.
Van Malacca, onder dato 26„e xber: 1709:
egter indertijd tegens zijn gedagten wel anders mogten
komen uijttevallen, 'tgeen van herten te wenschen is onfeijl
„baar door inductie van seekeren abdul rachman zijnde
een kuol moor, die op johoor woond en aldaar genoeg saam
doen en laten is, onder opsigt van den welbekerden moor
malim zedichlebe, een goerap off grootvaartuijgh nae de
kust affgevaard„t, welken malim aan mij een brievje van
denradja indra bongsoe ter handstelde, waar by den
selven versogt dat voorsz: malim niet alleen tot Equipe„
ringe van hetselve vaartuijg met twee ankers benevens
hare touwen, en andere noodwendigheden voor zijn reek:
mogt geriefft, maar aan hem, buijten een pas ook
brieven van voorschrijvens aan den heer gouverneur ten
Custe Cormandel mede gegeven werden, ten eijnde hem
aldaar in het drijven van zijne negotie de behulpsame
hand tebieden, 'tgeen hem in beleevde termen tot genoegen
harer ho: Ed„s is affgeslagen, en welk Exempel uijt
voorsz: hoofde in aanstaande bij voorval ook sal dienen
naegevolgt te werden, alhoewel niet dencken konnen
dat daarom meer instantie sullen gedaan werden gemerckt
voorsz: moor malim zedichlebe op den 1„e april daar aan
met dat vaartuig de reijs nae de kust wel heeft voortge
„seth dog tot nog toe van daar niet weder te rug gekeert
is, 'twelk dickwils gemelte radja indra bongsoe,
als een schraapsugtig mensch sijnde, de lust tot het doen
van een nieuwe off tweede besending nae derwaarts wel
sal doen overgaan, tenminsten ick en hebbe nietkonnen
ontwaren dat nae dato zulx voornemens zoude geweest
zijn, 'twelk een gewenste zaak is vermits het niet
en- apparent is dat onsen schadelijken buurman
soo
ede