Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 4047, pagina 11

521
en den E. Agtb: Raad, in deese verthoond, dat
hij wel een seer diepe, en nedrige Eerbiedigheijt
voor d'ordres, van de Heeren onse Majores besit
maar nogtans vertrouwd op der selver goedertier te
„heijt, als op u wel Ed=le, en den E Agtb raad
regtmatigheijt, 'twelck indien onse Heeren
Majores den beklagelijken staat waar in den
suppt sig soude bevinden, wanneer met de
Presente retour vloot niet quam te vertrekk
was bewust, wil den supp:t niet twijffelen
of souden de Strengheijd hunner ordres eenigsints
versagten; en verseekert is, dat onse heeren
veel te Rechtveerdigh zijn om diergelijke ordres
belangende den supp:t te geeven, sonder deselve
gedefereert te laaten aan het voorsigtig beleijd
van die op sulke plaatsen regeeren, en de
saaken van na bij konnen doorsien.
Daarom den supp:t vertoont verder aan sijn
wel Ed=le en den E: Agtb:r Raad, dat hij op
de hoop van sijne verlossinge, die zijn wel Ed=se
omtrent een Jaar verleeden hem heeft gelieven
te geeven, alles tot sijn vertrek in gereetheijt
heeft gebragt, en 't geene hij bezat, soo huijs
als Hoff, en meubelen heeft verkogt, Mitsg=s
sijne gantsche huijshoudinge van draken stijn
opgebrooken. Oversulcks indien nu langer
Den supp:t verthoond meede aan sijn wel Ed=le
en den E: Agtb=re Raad, dat sijn vertreck niet
veel schadelijk kan weesen aan de gemeente
van Drakensteijn, aangesien, dat sij heeft
een voorleeser onder haar, dat ook een Predi¬
„kant aan Stellenbosch is, welcke onder
't believen van sijn Ed=le, aan de voorgeseijde
gemeente het Heijlige Avontmaal uijt¬
„deelen kan, en dat den predikant, welcke onse
soude moeten verblijven hij de Novo in excessive
costen en moeijelijkheeden moet vallen.
Verder alsoo den supp:t reets een oudderdom van
ruijm 50: Jaaren heeft berijkt, dunckt hem
dat het wel tijd werd, een geleegentheijt te
soeken, om met gerustheijd waart moogelijk
sijne dage te eijndigen, ende waar in sijne
huijshoudinge gevestigd blijft. voorts verthoond
den supp:t aan sijn wel Ed=le en d' Agtb: raad;
Jndien hem teegens sijne genegentheijt ophouden,
haar E: E: niet alleen belet doen aan soo recht„
„veerdigen voorneemen maar ook altoos deu„
selven mogelijk breeken, aangesien de Oudderdom
van den supp:t en de onseeckerheijt van leeven,
en soo de ruine en d'ellende van sijne kinderen
veroorsaaken
soude
Heeren
Creuli