Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 3907, pagina 16

19
F 13
Aan de Capitain de
Treijn op sijn versoek een
bottel balk tot een Roerpen
afgegeven
zoo meede drooge
vis tot randsoen voor
Sijne Equipagie.
de Berigten weegens het
gaan onder de bijlaagen
zo meede dat er geene
in d' Zeekaarten ontdekt
waarom wij tot de afvorde
ringe deser berigten getreeden
sijn
om nevenstaande reeden
laast gem: versoekt om
sig aa meede ingediend vertog
te moogen gedragen
gelijk ook de borigten van de
Capit: de Treijn en ofperm keller
weegens de veele zieken en dooden
op 't schip Zuijderburg
En Graticuselijk Goedvinden dat wij op een Request van
den Capitain de Treijn, den 28„e September Geresolveerd hebb
hem tot een Roorpen ter waarb, wijl er op den
21 Augustus, in de God„s bijleggende een op sijn schip
was koomen te breeken, uijt onsen voorraad een en behaedmiddele daar teg„n
balk lang 30 voeten en dik 10 a 12 duijmen hebben
laten afgeven.
Ook dat wij aan meermelde Capitain hebben laaten vor=
Strekken de door hem ten dien selve dage versogte 327 lb
drooge vis of Carwaat der maands voor sijne Equipagie„
en dat voor drie maanden. — Dog neemen de vryheijd hie
bij eenelijk te noteeren dat deselve voor niet minder
dan ƒ 20: —. — of ƒ33:—. — d 120 7/8 lb te bekoomen is
S 18
Wij hebben de Eer uw Hoog Edelheedens nedrig onder de Bijlaagen aan te
diepbleeden van het schij bieden twee door gemelde Capitain ingediende Berigten, dat het
schip Zuijderburg bij desselfs aankomst alhier voor 20¼
en agter 22, en bij dies vertrek voor 20 — en agter 21¼
Voeten diep getreeden heeft
Een een dito berigt, dat hij de Treijn geen nieuw ontdekkingen gedaan
ontdekkinges, op vrreuren of misslaagen in Comp Zeekaarten ontwaard heeft — welke wij al=
meede de Eer hebben, uw Hoog Edelheedens onder de bijlaagen voor
te leggen —.
Wij zijn voornamentlijk tot deese afvading
getreeden, om de weijnige, die, hier ter Reede overlijden
doorgaans nog zieke of heele zwakke lieden zijn, die
dan door het vereinderlijk weeder en konde, ook
zomteijds het veel vrugten eeten doet instorten.
En daar onses bedunkens niet zeer trijfelagtig deeze
Gelijk tnee door ons gevorderde, ter onser sessie van den 31 Augs
zoo van den Capitain veelmeld, als van den op het schip Zuij=
derburg bescheijde Oppermeester Ludoncus Ambrosius Bomhan
Keller, ten eijnde ons op te geeven wat de aanschijnlijk
oorzaak der meenigvuldige zieken en dooden Op dien Bodem
zijn; En welke behoedmiddelen men in het vervolg met
hoop van goede uijtslag soude kennen werkstelligen
op den 2 october door hun ingediend zijnde, hebbende den
Gemelde Opperchirurgijn ons verzogt zig te moogen gedraagen
aan een door hem geduurende de Reijze geconcipieerd vertoog„
waar bij een lijst der gewoone meede gegeven medicament,
en eene in Concept ter verbeetering of verandering der selve
daar bij gevoegd is, wijl hij betuijgde in de Neederlandsche
taale niet genoegzaam bedreeven te zijn, om eene andere
gedaante aan het zelve te geven, En hij vertrouwde,
dat bij eenige toegeeventheijd, dit aan het heijlzaam
oogmerk, zoo veel hij daar aan kon toe draagen,
zoude voldoen
§ 10
No. 18
over
zijn
S. 12.