Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 3531, pagina 107

230
onder voorwendzel van dezelve te visiteeren,
dog mij staat niet voor dat zulks voit met
„
Magindanauwers is geschied, maar wel aan
Boegineesen Mandareesen, en andere inland„
„se zweuwers, zoo dat de Mandindanauwers
Dewijl den E: valkenaar in dit poinct geen reden is gegeven om over
onze natie te klagen. Dog ik vermoede of de
of de krijgstogt in A„o
krijgstogt, die hier in den Jaare 1771. onder
1771, door den voorma„
ligen Gouverneur het bestier van den gouverneur Munnik na
Munnik, naar sa„ Sarangani en Maloerang volvoert is, om
ringanij en Moeloe „ deze eijlanders wegens hun afvallen van de
Comp„e, en onderwerping aan de Manginda„
rang g'expedieert,
ten eijnde die eijlan„
„nauwers te straffen, de laastgemelde Na„
ders te straffen, wee„
„gens hunnen afval tie niet meer of min tegens de onzen ver„
van de comp: en on„ bitterd en in het harnas heeft gejaagt, want
derwerping aan de
niet tegenstaande Sarangam en Maloerang
Magindanauwers,
in den Jaare 1688 door Datoe Boeissang, ko„
de laast gem: natie
ning van chandhaa, aan de Comp„e zijn af„
niet min of meer te„
gestaan, schijnen die landen egter niet door
„gen de Maatschappij
zoude hebben verbit„
de onzen in bezit genomen te zijn; 't zig
tert, en zo men zegt
geen denkelijk de reden zal wezen dat deze
in het haanas heeft
gejaagt, zo is, in over saranganieers en Maloerangers zig zedert
weging genomen dien tijd onder de bescherming van de nabuu„
wezende dat het
nige Mangindanauwers hebben begeefen, zoo
ontdeken van de
dat zij gezamentlijk als een en het zelfde
uigentlijke grond
oorzaakt waar uit voek zijn aangemerkt daarom zoude het
Juest zoo vreemd niet wezen dat die van
de van tijd tot tijd
Mangindanao zig de zaak van de Maloe„
voor het Ternatsch
Gouvernement
van een zorgelijker rangers hadden aangetrokken: het geen ik
aanschouw worden, egter maar als eene gissing, en geenzints
es
de vijandelijkheeden als de waare oorzaak van der Manginda„
n
der Magindanauwers. nauwers vijandschap tegens de Comp=e wil
vermoeden draagt
zijn
doen
en