Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.04.02, inventory number 3523, page 13

3
dezelve zeer ootmoedig dank te betuigen, de eerste voor de guns„
„tige concessie van zijn verzoek om van het Ternaatse bestier
Verlost te werden, en te repatrieeren, en de Tweede Tekenaar
Voor zijne promotie tot Gouverneur en Directeur der Moluccos,
in welke qualiteit Hij belooft van steeds zijne uitterste
pogingen te zullen aanwenden om deze charge als een
eerlievend Dienaar te bekleden, en uW Hoog Edelheden
in het bestier van dit Gouvernement volkomen genoe„
„gen te geven.
Middelerwijl diene mede tot uw Hoog Edelhedens
geëerd narigt, dat de overheden van den evengemelden
bodem, gelijk ook de stuurman van de Pantjallang
het Casteel Orange, verklaart hebben van niets merk„
„waardigs op hunne herwaarts reize te hebben ontmoet:
dog uit het journaal van de gemelde scheeps overheden
is ons gebleken, dat de Pantjallang de Valckenaer, 's
nagts tusschen den 10 en 11 Maart, door een zware Wind
van 't schip afgeraakt, en zedert niet meer gezien is:
Dat de twee andere Pantjallangs de Kruisser en de Windhoud,
tot den 10. e April bij 't schip zijn gebleven, maar wanneer
de gemelde bodem op dien datum van de Baetonse
Rheede en een Etmaal daar na van een ankerplaats
in die straat onder zeil ging, zijn de Pantjallangs de
Kruisser en de Windhond aldaar ten anker gebleven,
niettegenstaande van het schip tot tweemalen behoor„
„lijk sein was gedaan om hen mede te doen vertrekken;
zoo dat van de vier Pantjallangs het Casteel Orange
hier nog maar alleen is verscheenen, weshalven wij al
bedugt begunnen te worden dat de een of andere zee„
„ramp de drie andere Badems zal hebben getroffen;
hoewel nog niet buiten hoope zijn van dezelve alhier
te zien aankomen, waar na Wij uittermaten verlangen.
Met opzigt van de beide gearriveerde Bodems zullen
Wij verder aanhalen, dat de daar mede overgekomene
Manschap gedurende de reize meerendeels gezond is
geweest; zijnde drie Matroosen op het schip overleden,
dog op het Casteel Orange niet een.
Voorts bedanken wij uw Hoog Edelheden zeer ootmoe„
„dig