Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 10068, pagina 14

Den 7. Augs. 1736.
pachter Lebbe Marcair Regoe magamadoe Rasia
de alfandige pagt van 't Iaar 1787. pagter mira kom
doe absena marcdir, de alfandige pagt van 178½.
pachter Mira Lebbe Seijdoe Mira Lebbe, en de part
van 'skomp.:s tuijn Sanque Salgadoe van 178½.
pachter Simon Fernando
Onder de ses overige ter invordering aan mij opgedrae„
gene pachten is geene mogelijkheijd om de twee
ondervolgende lijwaats pachten als van 177 6/7. en
177 7/80. immer ter liquidatie te brengen alzoo de
pagters en participanten van deselve reeds door de
heeren Kraijenhoff en Berghuijs uijtgewonnen zij
geworden, en ik ongeacht alle aangewende moeite
van de eerste deeser twee pachten, waar van Adviaent
Casie Chittij en Gabriel Pieris Seweraijen pachters zij
niet meer heb kunnen invorderen, als rd:s 526. 25. 7/8. en van
de tweede pacht, waar van pachten zijn oedoeman
kandoe meestrider aijdroos hebbe marcair en maga„
madoe lebbe aniva Marcair agamadoe lebbe is ver„
ders niets kunnen worden ingevordert, behalven
rd:s 267. en 12. weegens ingehoudene halve gagie van
de moorde vaandrigs magamadoe lebbe poentje
nainde marcair, agamadoe Sinne hebbe en van de
gineelmeester nader maroair mustava hebbe, dan
alleenig rd:s 200. – omtrent de eerste deeser pachten is
nog geene findele dispositie genoomen, daar en teegen
ben ik omtrent de tweede bij besluijt van den 3. ' en 4.'
Iunij gelast om de gezamentlijke deelhebbers van
deese pacht, zoo hunne bezitting en niet toerijk en de
zijn tot betaeling van de schult in de ketting te
laeten klinken, om in het Materiaalhuijs van
kolombo voor de kost te orbeijden, uitgezondert de
twee