Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 756, page 65

van voors missie gestelt. sal werden in handen
van Heert van Broockhuijsen, & andte haar
Aorhos Gedtft. tot de Sakdn van Zte, om te
Oesetert, Kaminten en van alles alhier
ter vaoetinge rapport te doen;
Ontfangen een Missive van 't Collegie
ter Admiraliteyt in Vrieslandt, geschreve
te Haslingen den 3 dezer, houdende, dat
zy ter obedientie van haar Ho:Mog: reso=
lutie van den 12 Octob: daar te voren,
niet versuimt hadden de Acte van pa=
blicatie van Vrede, tusschen den Coning
van Spangie, en haar Ho:Mog: den 26
Juny dezes jaars tot Urtregt door weder„
sytse Plenipotentiarissen gesloten, in
haar district te versende, en tot de
affixie de nodige ordres gegeven, dat zy
mede het Tractaat van Vrede en Comner
cré in hare notulen hadden doen regi=
Aseren. Waarop geen resolotie is gevallen
Is ter Vergaderinge gelezende requeste
van Catarina Hardy, eers wed: van wyle
den Advocaat Thonnas, en laast wedu=
we van Jecor Joseph Roilvache: houdende
dat tusschen de Suppl: ter eente, en
Malthys vander Rutte, wonende tot
Maastrigt, ter andere zyde, dificulleiten
wasen ontstaan over de postien aan de
Suppl. en aande voorn. vander Putter,
inde nalaterschap vande voorn: Roilvache„
naas regten en costuijmen competerende,
welke
8ngl: 1714.
welke difficulteiter bi accoort, op den 12
Augustus 1712. tusschen de Suppl: ende
voorne. varder Putte, tot Ceulen monde
ling, en schriftelyjk aangegaan, geasso
pieest wasen geworden, indiervoegen dat
den voors. vaorder Putte zoude vermogen
te disponeren vande portie die hem
in de voors: nalatenschap competeerde,
onder conditie dat hy vander Rutte
buijten kennisse vande Suppl: geen
penningen zoude mogen ontfangen, die
geprovenieert wasen vande goedesen, of
ren
renten by hem uijt de voors: nalaten
schap vkogt zynde, zonder te gelyck aan
de Supplte. te laten volgen de helfte der in
zelve penningen, dat het voors: accoort
indier voegen ter goeder trouwe gemaakt ten
wezende, en de Suppl: een ligtgeloige
vrous persoon zynde, en geen 't minste
bedrog, asg, of list vande zyde vande
voorne. vander Ruitte te gemoet ziende,
was het eendag of ses daar na comen te
geberisen, dat de Supplt: ende voorne:
vander Ruitten, malsceenderen binnen
Maastrigt ontmoet hadden, warneer hij
de Supplte. zeer instantelyk hadde ver„
Jan
zogt, dat zy dog maar alleen pro forma„
aan hare postie ende voors: nalaten
schap wilde reniontieren, in presentie
van verscheyde getuijgen, verclasende dat
hy haar met die renuntiatie geen sins
wilde benadelen, ofte kort doen, dat het
nle anlgensins vende penderen van