Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 4663, page 16

Groot Brittannien, geschreven te Londen den
6 deser, geaddresseert aen den Griffier Fagel;
houdende advertentie; Waerop geen resolutie
is gevallen.
Sabbathi den 10 January
1728.
Praeside et Praesentibus de Heeren
als in het Ordinaris Register
missive van Hoey en Ontfangen een missive van de Heeren van Hoey
Pesters.
haer Hoogh Mogende Ambassadeur en Pesters,
remarques van Walpole
haer Hoogh Minister aen het Hof van Vranck„
op het Ultimatum.
rijck, geschreven te Paris den 5 deser, gead„
dresseert aen den Griffier Fagel, ende daer
nevens twee bijlagen; houdende advertentie,
van de remarques door den Heere Walpole
Ambassadeur van Groot Brittannien gemaekt
op de Memorie, die als een Ultimatum aen
den Heere Grave van Rottenburgh, stonde
afgesonden te werden, waer door deselve
opgehouden was, alsoo men het daer over
nogh niet eens hadde kunnen werden;
Waerop gedelibereert sijnde, is goedgevonden
en verstaen, dat copije vande voorschreve
missive en bijlagen gestelt sal werden in
handen van de Heeren Singendonck, ende
andere haer Hoogh Mogende Gedeputeerden
tot de buijtenlandsche saecken, om te visiteren,
examineren ende van alles alhier ter Verga„
deringe rapport te doen.
missive Rumpf Residt. Ontfangen een missive van den Resident Rumpf,
geschreven te Dresden den 3 deser, geaddresseert
aen den Griffier Fagel; houdende advertentie;
waer
Praeside et Praesentibus de Heeren
als in 't Ordinaris Register.
3.
Waerop geen resolutie is gevallen.
Luna den 12 January
1728.
missive Hamel. Ontfangen een missive van den Heer Hamel.
Bruyninx.
Bruijninx, haer Hoogh Mogende Extraordinaris
Antwoord vanden
Keijser op de Memorie Envoyé aen het Hof van Sijne Keijserlijke Ma„
houdende de remar„
ques opde Lyste van Testeijt, geschreven te Weenen den 31 der voorle„
de schepen uit Ostende den maend, geaddresseert aen den Griffier
na Indien gevaren.
Fagel; hebbende tot bijlage het Antwoord, door
den Heere Grave van Gintzendorf, aen den
Heere Hertogh van Richelieu Ambassadeur
van Vranckrijk en hem Heere Hamel. Bruij„
ninx ter hand gestelt, op derselver memorie,
nopende de Lyste vande Schepen uit Ostende
na Indien gevaren, welken aengaende gem:
Heere Grave van Sintzendorf vermeijnde,
dat geen swarigheijd meerder overigh soude
wesen, die niet gemackelijck door den Heere Grave
van Conigsegg Erps, met haer Hoogh Mogende
ingeschickt soude kunnen werden; Waerop
gedelibereert sijnde hebben de Heeren Gedeputeerden
vande Provintien van Holland en Westfries„
land en van Zeeland, de voorschreve missive
copielijk overgenomen, om in den haren breeder
gecommuniceert te werden; Ende is dien onver„
mindert goedgevonden en verstaen, dat copije
vande voorschreve missive gestelt sal werden
in handen van de Heeren Singendonck, ende
andere haer Hoogh Mogende Gedeputeerden tot
de buijtenlandsche saken, om te visiteren, exami„
neren, en van alles alhier ter Vergaderinge rapport
te doen.