Browse transcripts » National Archives / Archives South Holland

archive access 1.01.02, inventory number 11719, page 11

regt aan syne koninglyke Hoogheid ontnoomen
of onthouden worden, voor dat den competenten
Regter in petitorio gesprooken, en de saak ten
principaalen gedecideert soude hebben.
Nu moet ik bekennen, dat volgens de
fundamenten, die den Heere Hertog van Savoijen
steld, syne Koninglyke Hoogheid seer groot
gelyck schijnt te hebben: maar als ik
considereere, dat dit Hof de possessien, dewelke
hooggemelde Heere Hertog tot eene grond=
stellinge neemt, usurpatien noemt, dewelke
men allemaal sustineert ingetrokken, gecas„
seert, en geannulleert te zyn, sonder daar
ontrent eenige praescriptie of wettige pos„
„sessie te admitteeren: dat de keiser susti„
,neert Regter te zyn, en niet licht sig nog„
aan de uitspraak van Cares Curia, nog aan
het arbitrage van Uitheemsche Puissances.
sal willen submitteeren, en daar en tegens
den Heere Hertog van Savoijen den keijser
niet wel anders als Carthye schynt te sullen
kunnen of willen considereeren; soo vermeine
ik niet sonder reeden te mogen apprehendee„
ren, dat twee Carthijen soo seer van mal„
anderen in hare principes verschillende, het
werk of gansch niet, of ten minsten seer
beswaarlyk eens sullen kunnen worden, maer,
dat den tyd met geduurig repliceeren, veel
schrijven, wrijven, en negotieeren sal verloopen,
het geene somtyds selfs occasie tot animo„
siteit en verbittering kan geeven, sonder dat
men
Weenen.
7.
men tot een besluit en einde van Saaken sal
kunnen komen.
Ik hebbe ondertusschen met den Heere Grave
van Wratislauw daar over gesprocken, en op het
allerkragtigste gerecommandeert, het rijpelyk pon„
edereeren van de gewigtige reedenen en fundamenten
dewelke Syne Koninglyke Hoogheid allegueerde,
en het bybrengen aan de syde van Syne keiser
„lyke Majesteit van alle mogelijke reedelijkheid
en rechelykheid tot eene spoedige afdoeninge
van Saaken, om den Hertog van Savoijen, die
aan de Ligne soo noodsaakelyk is, in een goed
humeur te conserveeren, en om niet alleenig
hare Brittannische Majesteit en haar Hoog„
Mogende, maar selfs de geheele weereld daar door
hoe langer hoe meer, op het allerkragtigste
te overtuigen van sine keiserlyke Majesteits
opregten ijver tot voortsettinge van het
gemeene Best; waar op my geantwoord heeft,
dat de keiser eindelyk ordentelyk door den
Heere Grave Castelbarco Syne koninglyke Hoog„
„heids klagten, mitsgaders de deductien van
desselfs fundamenten en reedenen ontfangen
en vernoomen hebbende, de saak nu in synen
behoorlyken en regten weg was geraacht, waar
inne men soude kunnen voortvaaren; dat men
alles rijpelyk, en veel attentie soude exami„
=neeren en overweegen, en alhoewel men ontrent
de principes eenigsints scheen te verschillen,
men echter aan deese hant alle mogelyke