Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11401, pagina 22

sonderverlies van sijn Burgeoregt wierde
gepermitteert, geëxhibeert, deselve sijn im„
mers hoog Mogende Heeren ten Lenemaal
impertiueus in cas subject, want bij die
resolutien vande Magistraat van Bergen
voorn, word immers geende minste
gewag gemaakt, veel min verklaart dat
den Supp sijne voirkinderen voor haar Moe„
ders goed voldaan, of genoegsaam en suffs„
cient bewijs gedaan hadde, en uijt het voor„
gemelde Declaratoir van Weesmeesteren
consteert alleenlyk dat Joost de Hamer
op den 5e April 1752 voor Weesmeesteren
is gecompareert, en vertoont heeft een
testament tusschen hem, en sijn overleede
huijsvrouw Elisabeth de Graaff opgericht
waaruijt bleek, dat de Weeskamer behoor„
lijk was gesecludeert, het geen aldaar voer
van ouds voor een verweesing is aangenomen
Sct Nu moet immers ho:Mo: Weeten
het doen vande Magistraat van Bergen op
den Zoom aan die van Oosterhous voor geen
wet of rigtsnaer strekken, en in plaatse
van soodanige Certificatie of Declaratoir, had
men immers moeden exhibeeren een
Declaratoir of Aicte waarbij ten genoegen
bleek, dat doorden suppt aanden inhoude
van het 53e Artl van 't lgtreglemens en
opgevolgde interpretatie van Uw hoog Mo.
vanden Jane 1708 genoeg gedaan was
want door het vertoonen van een Mutueele
testament tusschen man, en Vrouw mes
saclusie
seclusie vande Weeskamer opgeregt is soo
de Magistraat van Oosterhout vertrouwt in
geenen deelen voldoen aan't heijlsaam en
salutaire oogmerk door uw ho:Mo: ten
faveure van Weeskinderen en onmondigen
bij het emaneeren vande voors: Wet bedoelt.
waarbij noch koms dat immers en in allen
gevallen soodanig Mutueel Testamens,
maar kan worden geconsidereerd als een dispo„
sitie Duorum in Una Charta Scripta, en
die gevolglijk bij den langstlevende sooveel
hem of haar betreft, altoos des goedvinden
kan werden gealtereert en verbrooken, en
om die reeden voorgeen sufficent bewijs aan
weesen den opsigde van haar Vader of moeder
lijk goed kan werden opgedrongen, en voor
welk bewijs stricte genomen een reële of
personeele Cautie soude moeten werden gesteld.
Eijndelijk moet de Magistraat van Ooster„
hout alhier nog remarqueeren dat het 21
Art. van het Egtreglement van Uw ho:Mo:
uijtkragte van het welke de supp Joost de
Hamer de Magistraat van Oosterhoutmes
een pretense actie van Injurie schijnt te
bedreijgen, ten deesen seer verkeerdelijk woord
geappliceert aangesien die Articul alleen„
lijk ziet op temeraine inspreekers, die op
pretext van trouwbeloften, ofte andersints
verkeerdelijck, of sonder regt enreeden ijmands
gebooden stuijten, maargoensints op een
Magistraat of kerkenraad, die de huwelijks
proclamatien van een Weduwe naar of Weduwe