archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11186, pagina 10
Gebruik tekstcoördinaten
Transcriptie
Exs. Envoyé Hamel Bruijnincx. rec: 23. Januarii 1688. Hoogh Mogende Heeren. Mijne Heeren. Den neder Oostenrijks: Land =dagh heeft zijn voortgangh (om't afwezendes keizers niet gehad, maar is tot de overkomste des keizers uijtgestelt; dat is, tegens den 16. dezes, tegens denwelkende overkomst des keizers van Presburgh alhier vastgestelt zoude zijn; nademaal de Hungaars: Magnaten hare laatste replique overgegeven zouden hebben, en menmeind, dat daarop den 15. dezes gedisponeerd zall konnen werden. Tot Presburgh zoude berigt ingekomen zijn, dat de Turcken in Groot Waradijn, de Turckenuijt Erla niet hebben willen inlaten, zulx dat zij terugh naar Cockaij hebben moetenwijken omme verder in geconvoijeerd te werden; aldas men haar Convoijheeft moeten versterkken, omme haar tegens de lopende Hungaren (die haar gestadig zoeken aan te tasten, dogh vande Duijts: die haar convoijeren, worden beschermt) te bevrijden. Dan Mongatz heeft men, dat de keizers: aldaar bij die plaats, een Schans hebben ingenomen, daardoor de belegerden nauwe ingesloten werden. Dat wederomme veertigh Duijtschen en Hungaren, daaruijt zijn komen overlopen, die den hogen nood daarinne bevestigen; zulx dat de Soldaten (die daarin leggen) zowel tegens de Gravinne, Vrouwe van Tekelij) als hare Officiers, tamelijke insolentien bedrijven, omme haar tot het overgeven te dwingen Meuzegt ook, dat men brieven van Cekelij heeft onder schept, daarbij hij Mevrouwe de Gravinne verzekert, dat hij haar met alle noodigheden, hoewel hij van alle hulpe berooft is, hoopt te voorzien: zulx dat de keizers: zeer Scherp op hem zouden agtnemen. Overlopers van Stoelweissenburgh refereren, dat aldaar door twee renegaten brieven aangekomen zijn, die melden, dat den Sulten enden Groten Vizir zijngeworgt, en dat de Turcken voor en inde Stad van Constantinopolen in de wapenen Staat Men zegt ook dat den Generaal Aspremont meer Ruijterije begeerd, omme de Turcken dat stropen uijt Esteck ende Peter Waradijn te beletten, en ook eenige desseinen voor te konnen nemen. Den exs. Envoyé Hamel Bruijnincx. rec: 26. Januarii 1688. 6. Den Heer Markgraaf Herman van Baden, wilmen, dat nog sterk tegens Caraffa omme legale satisfactie aanhoud, en niet eer naar Regensburgh will afreizen voor dat hij die heeft, 't geenden keizer geern anders Waarmede zagh. Hoogh Mogende Heeren: Wien den 11. Januarii 1688. Hamel Bruijnincx. Hoogh Mogende Heeren. Mijne Heeren, Gisteren is hier een Courier van Coln naarden keizer door gepasseerd, met berigt, dat den Cardinaal van furstenbergh aldaar tot Coadjutor, alleen anderen voor bij gaande, verkoten is geworden. Dit Hoff hadde de hoop voor den Bisschop van Breslauw, zo omme den tegenwoordigen Bisschop van Coln, den Churfurst van Paltz ende het credit vanden keizer, die alle daarinne geinteresseerd waren; dogh het schijnt; dat de intercessie, die van Vrankrijk komt, vangroter kragt is, als van alle andere; en geen wonder, want zij ibliberaalder. Langaande de vacante Generaal Commissaris plaats door de dood van Rabatta, hoordmen, dat die nog niet is vergeven, hoewel vele sollicitanten daaromme zijn, waar onder men meind, dat den Generaal Serini wel van de meeste apparentie is omme de plaats te bekomen en die voor alle andere te emporteren. Den Heer Churfurst van Beijeren, zegtmen, dat voornemens is, tegens den Vasten avondt hier te komen, omme denzelven alhier te passéren, en zig te diverteren. Men will ook ver„ „zekeren, dat hoogged: Churfurst den heer Churfurst van Saxen zoude hebben gedisponeerd, ook hier te komen, en dat zulx vastgestelt is inplaats van naar Venetien te gaan, gelijk het voornemen eerst was, maar daar na verandert is geworden, omme dat den Heer Churfurst van Beijkand de deliberatie overzaken van oorlogh indes keijzers Ckrijgs raad ondertusschen zoude konnen waarnemen, de aankomste vanden Heer Churfurst van Beijeren meindmen, dat int begin van februarit vast Staat. dan Presburgh wordberigt, dat de Hungaars: Heeren
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 11186, De depêcheboeken en de brievenboeken van de Staten-Generaal / De brievenboeken / Registers van ingekomen ordinarisbrieven / Periode van 1680-1796 / Registers van ingekomen ordinarisbrieven, bijlagen en memories betreffende binnenlandse zaken (binnenlands register) en buitenlandse zaken (Duits register en Frans register) / , Duits register
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/
De transcriptie van het historische document is gemaakt met behulp van geautomatiseerde handschriftherkenning. Er kan hier ook geautomatiseerd een samenvatting van worden gemaakt in hedendaags Nederlands.
Om gebruik te maken van deze functionaliteit dient u ingelogd te zijn en een abonnement te hebben. Let op: een abonnement geeft u geen toegang tot meer gegevens, maar wel meer handige mogelijkheden!