archieftoegang 1.01.02, inventarisnummer 11186, pagina 6
Gebruik tekstcoördinaten
Transcriptie
hem als Generalissimus, gelijk zijn volk tegens de Turcken gecommandeerd te werden, ende te doen ageren neffens de zijne, en opdat men hem alhier te beter zoude konnen vertrouwen, praesenteren, dat hij zijnen oudsten Zoon als een Geijzeling aan't Keizerl: Hoffwill over zenden en laten verblijven. Dat die van Stoelweissenburgh andermalen getragt hebben t' Vee bij Palotta wegtedrijven, maar met verlies vandertig doden, veele gevangenen en honderd paarden, te rugenweg gedreven zijn geworden. De zaaktusschen den furst Herman van Baden ende Caraffa vind hare partijschap te Hooffnog sterk, maar mogte wel tot d'overkomste van't Hof alhier, verschoven werden. hier mede Hoogh Mogende Heeren, Wien den 21. Decembris 1687. Hamel Bruijninx Hoogh Mogende Heeren. Mijne Heeren. De Hungaren hebben op haar ernstig verzoek en aanhouden van Z: Mat. zoveel verworven, dat zijn afreis van daar tot den 2. februarii 1688. is uijtgestelt. Menzegt, dat de genegentheid van hare Majesteijt de keizerinne, diegeerne te Presburg is, daar toe veel gecontribueerd heeft; en niet zonder reden, want zij zelff d'eerste kroon vanden Hungaren heeft ontfangen, ende twede op het hooft van haren eerst gebornen Prince nu onlangs heeft zien stellen; twee weldaden, die waard zijn, dat men die bij alle voorvallen en gelegentheden erkend. Menzegt ook, da Zijne Majt. dit verzoekwelhad willen ontgaan, door 't versprek vandaar zodanige Commissarisen te willen, ordonneren die haa aangenaam zoude zijn, mannen van verstant en discretie vangeregtigheid en billikheid: Maar dat sij daarop gezegt zouden hebben, dat men zodanige geene konden vinden, die Z. Majt. in deze hoge hoedanigheden konde voorgaan, dat den Staat van Hungaren tegenwoordigh zodanig was, dat de persoon van Hare Majt. zelff daar bij nodig was, als het eenigste middel, omme dat rijk inden stant te stellen, die den naam eer enloff van Zo. Majt. bij alle koningen, Staten ende Princen Exs. Envoyé Hamel Bruijnincx. rec: 9. Januarii 1688. Hoogh Mogende Heeren. Mijne Heeren, Monsieur Cantelio, die Nuntius Exs. Envoyé Hamel Bruijnincx. rec: 9. Januarii 1688. 2. Princen, inzonderheid in Hungarijen tot den hemel toe zoude verheffen en verheerlijken: dat zij daaromme zeer onderdanig verzogten, Z: Mr. wilde Hungarijen met het inwilligen van dat verzoek gelukkigh maken, ende daar door de gedrukte inwoonders vant Koninghrijk (doorde gestrengigheid der Duijtsche en Turks wapenen vertroosten, Zulx, dat zij hebben geobtineerd, dat Zijne Majt. zijn afreis heeft uijtgestelt, tot grote vrengt ende welbejagen der Hungaren. egenwoordigh is men sterkbezig met alle preparatorien en noodwendigheden tot eene Comaedie (die opden aanstaanden Drijkoningendagh gehouden zall werden) naar Pres„ „burghover te brengen. Voorleden Zondagh is den Oversten Buschin te Presburgh van Trla aangekomen met zeker en omstandigh berigt, dat de Turcken den 17. dezer uijt Crla sterkvierduijzendt zielen, daar onder duijzend weerbare mannen) zijn uijtge„ trokken, en met 270 wagens, dewijle men geen meer heeft konnen bekomen) naar Groot Waradijn heeft geconvoijeerd, dat de Turcken zeer afgemat en verhongert zijn geweest, en kwalijk hebben konnen gaan, Dat veele Turcken paarden vande Duijtschen hebben gekoft, dat honderdtachtig zieken in Erla zijn gebleven, die men gelooft dat meest alle sterven zullen. Datvelegevangene Christenen (die invijff maanden geen brood hebben gehad bij dit overgaan van Cala, op drije voeten gestelt en verlost zijn geworden. Dat men de Stadt aande Soldaten tot prijs en buijt heeft gegeven; dog dat de Turcken het beste en meeste gesalveerd hebben gehad. Dat de keijzers: 107 Stucken geschuts agtduijzend ponden buskruijt, veel bomben, koegels, en andere munitien, maar aan viores daar en tegen niets hebben gevonden, zulx dat tegenwoordigh aan't veroveren van Erla niet meer is Waarmede te twijffelen. Hoogh Mogende Heeren, Wienden 25. Decembris 1687. gers: Hamel Bruijn:
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 11186, De depêcheboeken en de brievenboeken van de Staten-Generaal / De brievenboeken / Registers van ingekomen ordinarisbrieven / Periode van 1680-1796 / Registers van ingekomen ordinarisbrieven, bijlagen en memories betreffende binnenlandse zaken (binnenlands register) en buitenlandse zaken (Duits register en Frans register) / , Duits register
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/
De transcriptie van het historische document is gemaakt met behulp van geautomatiseerde handschriftherkenning. Er kan hier ook geautomatiseerd een samenvatting van worden gemaakt in hedendaags Nederlands.
Om gebruik te maken van deze functionaliteit dient u ingelogd te zijn en een abonnement te hebben. Let op: een abonnement geeft u geen toegang tot meer gegevens, maar wel meer handige mogelijkheden!