Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 5382, page 6

No. 470
Heden twaalf Juli negentienhonderd twee en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Willem Hendrik Frederik Martius,
bootsman bij de Koninklijke Marine,
geboren alhier, wonende in de ge„
meente Helder, oud acht en twintig
jaren, meerderjarige zoon van
Hermanus Martius, werkman, en
Catharina Geertruida Maria Oost
vogels, oud zeven en veertig jaren,
zonder beroep, beiden wonende alhier, en
Hester Weggelaar, zonder beroep
geboren en wonende alhier, oud
een en dertig jaren, meerderjarige
dochter van Gerardus Christiaan
Weggelaar, meubelmaker, wonende
alhier, en Hester Lindeloo, overle„
den. De moeder tes bruidegoms ver„
klaarde voor mij tegenwoordig
toe testemmen in dezen echt. De
vader des bruidegoms heeft blykens
hierbij overgelegde authentieke akte in de
zen echt toegestemd.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier en in de ge„
meente Helder den eersten dezer
maand. De bruidegom verklaarde, met
toestemming der moeder- bruid bij deze
te erkennen een kund, genaamd Anna Uit„
helmina Weggelaar, alhier, geboren op due
en twintig Juli negentienhonderd zeven,
tien, zijnde dit kind recds door de moeder
erkend bij akte van twaalf september
negentienhonderd zeventien, verleden
door den Ambtenaar van den Bur
gerlijken stand alhier
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Johannes Vostvogels oom
des echtgenoots winkelier, oud negen
en veertig jaren, en Johannes Franciskus
Nijhuis, werkman, oud zeven en vier„
tig jaren, beiden wonende alhier
No. 471.
eden twaaf
honderd twee en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
buwelijk aan te gaan:
Jacob de Haas, slager, geboren en
wonende alhier, oud veertig jaren
meerderjarige zoon van Heyman
de Haas, overleden, en Hendrina
Wolf zonder beroep, wonende al
hier, en
Hendrika Swaal, zonder beroep,
geboren en wonende alhier, oud
zes en twintig jaren, meerderja
rije dochter van Salamon
Swaal oud twee en vijftig jaren
diamantslijper, en Maria de
Vries, oud vijftig jaren,
zonder beroep, beiden wonende
alhier. De ouders der bruid ver
klaarden voor mij tegenwoordig
toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den eersten
dezer maand
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staan
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Mozes de Haas, broe
der des echtgenoots slager oud
zeven en veertig jaren en Machiel
Swaal broeder der echtgenoote
siamantslijper, oud zeven en twintig
jarin, beiden wonende alhier
vrvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
WH J Juitus Dooonels
H. Weggelaas
J J Ayhuis
C G M Postvogels
VZWatuns
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
D Haas
dellaas
Iwoob
HSwaal
J Swaal
HWatm
M Swaale
geb De Vries