Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 4922, pagina 29

No. 919
Heden vier en twintig tovember negentienhonderd vijfien
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
buwelijk aan te gaan:
Willem van der Kwast, koetsier
geboren en wonende alhier, oud een en
twintig jaren, meerderjarige zoon van
Willem van der Kwast, oud zes en vijftig
jaren, koetsier en Catharina Maria
Wilhelmina van Angelbeek, oud drie en
vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonen-
de alhier en
Catharina Maria Plouwie, zonder
beroep, geboren en wonende alhier, oud
een en dertig jaren, meerderjarige niet-
erkende natuurlijke dochter van Catha
rina Maria Plouwie, houdster eener
waschinrichting, wonende alhier
De ouders des bruidegoms verklaarden,
voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in
dezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den der
tienden dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Jacobus Hendrik Koch
werkman, oud twee en zeventig jaren en Pieter
Andersen, werkman, oud acht enzestig jaren
beiden wonende alhier
an akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
NNo. 920
Heden vier en twintig Vooembernegentienhonderd vijftien
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Franciscus Emous, werkman, geboren
en wonende alhier, oud zeven en twintig ja
ren, meerderjarige zoon van Jan Emous
oud vier enzestig jaren, fabrieksarbeider
en Antonetta van Elk, oud zeven en zestig
jaren, zonder beroep, beiden wonende
alhier en
Anna Maria Hofman, zonder be
roep, geboren en wonende alhier, oud
achttien jaren, minderjarige dochter
van Jan Francies Hofman, overleden
en Eulalia de Preijker, oud drie enveer
tig jaren, zonder beroep, wonende alhier
De ouders des bruidegoms en de moeder
der bruid verklaarden, voor mij tegen
woordig, toe te stemmen in dezen echt„
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den dertien
den dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aanelkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Jan bnous broeder
des echtgenoots, magazijnknecht, oud eenen-
dertig jaren en Pieter Frederik van Bentem,
werkman, oud zeven en vijftig jaren, beiden
wonende alhier. De moeder der echtge-
noote verklaarde niet te kunnen naam-
teekenen, als hebbende geen schrijven ge
leerd.
an akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
J: H Hoch
Wade: Waag
S Andersen
C Me Plouwel
MZloegn
V Voorder Krvast
C M W v Angelbeek
oorgelezen
D Emous Emmousz
A M Hofman G.J:v Benten
VZwekers
J Emous
A Van Elf