Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 1056, page 159

Op heden den EerstenMmie des Jaars Achttienhonderd Twee-en-Twintig,
des morgens ten Elf uren, zijn voor ons Mr C Backer de Jonge
Raad en Lid van de Komnfissie tot den Burgerlijken Stand Eder Stud Amsterdam, verschenen, ten
einde een Huwelijk aan te gaan,
Joannes Henricus Greeven geboren en wonende alhier
Blikslagersknecht, oud Acht en Twintig Jaren, zoon van
Laurentius Greeven en Gertrudis Daames beide over„
leden, ter Eene zijde Enf
Elisabeth Joanna Stromberg geboren en wonende alhier
Dienstbode oud Een en Dertig Jaren Dochter van Coen„
raad Jacob Stromberg en Joanna Clemans, beide over„
leden, ter andere zijde.
„
6

—
O
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van
25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register
der Afkondigingen, behoortijkhier geschied den Een en Twintig in
Acht en Twintig April Ele ten tweeden de doopse„
zullen der verloofden is ten derden de doorcedullen hunnen
onderen voorts verklaarden zy ons benevens de onder„
geteekende getuigen ander presentatie van Eede het
overlyden hunner wederzijdsche Groot ouderen.
D
Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man en
Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beautwoord zijnde, hebben wij in naar
der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde Hoofd-
Acht en Twintig April Ele ten tweeden de doopse„
zullen der verloofden is ten derden de doorcedullen hunnen
onderen voorts verklaarden zy ons benevens de onder„
geteekende getuigen ander presentatie van Eede het
overlyden hunner wederzijdsche Groot ouderen.
D
Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man en
Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beautwoord zijnde, hebben wij in naar
der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde Hoofd-
stuk der Wet van 20 Ventose van het jaar Elf, en in tegenwoordigheid van
Bernardus Loman, Tapper, Oud, Drie en Veertig
Jan van Koolbergen, Leemtouwer, oud, Drie en
Dertig, Johannes Bernardus Kok Schoenmaker
oud cAcht en Twintig in Jacobus Klepper,
Zilversmid, oud Vyf en Twintig Jaren, alle
wonende Alhier.
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend.
J: H: Greven

Autug
E Hnmberg
B: Sohraan
de ooren
Jvan hoorginzen
B: OPV
zullen van de onderen der verloofden is ten laatsten ver
klaarden zy ons benevens de ondergeteekende getuigen
onder presentatie van Eede het overlyden hunnen weder
zy kice Groot Onderen.
—1



Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aanhamen als Man en
Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam
der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde Hoofd-
stuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van
Hendrik Verheul, broeder der Echtgenoote, Roopman
oud Acht en Dertig, Egbert Hendrik Sieborgh
Metselaar, oud Een en Vyftig, Abraham Gardenier
Koopman, oud Twee en Veertig Jaren, alle wonende
alhier als ook Manrits Jonker, Koopman, oud
Acht en Veertig Jaren.
Zijnde deze acte door ons vervagrdigd en voorgeleken aan de Comparchten, welke met ons hebben
geteekend uitgezondert de Echtgenooten en laatste getuige die verklaarden
niet te kunnen schryven.
H vierheul
J Heeter vanzes
Et HK Geborijh
1a
v
Op heden den Eersten ei des Jaars Achttienhonderd Twee-en-Twintig,
des morgens ten Elf uren, zijn voor ous M=r C: Backer de Ionge
Raad en Lid van de Kommissie tot den Burgerlijken Stand der Stad Amsterdam, verschehen, ten
einde een Huwelijk aan te gaan.
Jan Liesveld van Wilnis Brov: Utrecht, Tjouwer
od oud Acht en Veertig Jann, weduwenaar van Dilia van
Soest, zoon van Kornelis Liesveld en Maria Sinder„
wyk, beide overleden, ter Eene zyde En
Nelletje Verheul van Mydrecht Prov: Utrecht
oud negen en Twintig Jaren, Dochter van Arie
Verheul en Matje van Wieringen beide overleden ter
andere zijde
wonende beide de verloofden alhier.

De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van
25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten; in een Extract uit het Register
der Afkondigingen, behoortijk alhier geschied den Een en Twintig en
Acht en Twintig AprilEtin ten tweeden de doopCe„
dullen der verloofden is ten derden de doodCedul van
de vorige Vrouw desbiuidegoms en ten Vierden de doodCe
zullen van de onderen der verloofden is ten laatsten ver
klaarden zy ons benevens de ondergeteekende getuigen
onder presentatie van Eede het overlyden hunnen weder
zy kice Groot Onderen.




Waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aanhamen als Man en
Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam
der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde Hoofd-
stuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van
Hendrik Behenk broeden der Ah oo ter Karamen
oud Acht en Dertig, Egbert Hendrik Sieborgh
Metselaar, oud Een en Vyftig, Abraham Gardenier
Koopman, oud Twee en Veertig Jaren, alle wonende
alhier als ook Manrits Jonker, Koopman, oud
Acht en Veertig Jaren.
Zijnde deze acte door ons vervagrdigd en voorgeleken aan de Comparchten, welke met ons hebben
geteekend uitgezondert de Echtgenooten en laatste getuige die verklaarden
niet te kunnen schryven.
niuhrol
Wmutte dil