Blader door transcripties » Tresoar

archieftoegang 26, inventarisnummer 6033, pagina 232

Wieke Pieters Fabre en
woordigheid van
Jan Pieters Fabu, Grofsmeden, beide
wonende te Augustinusga als getuigen
En is deze akte onmiddellyk na gedane
voorlezing onder bekend, door de Compa
canten, de getuigen en den notaris
C
P JRlgeraa
H. W: Strik
AV Hoeksma
W P Faber
J P Faber
M: d Kier
Hur.
258
10
Laste
265
63½
Regt
Geregistreerd twee bladen met twee rnvooyen te
52
380j
Hardegaryp den Zevenden uly achttienhonderd
15
9
vieren vyftig, deel negenen veertig blad negenn
veertig recto, vak drie tot vyf ontaangen desen
den vyftig cents voor regt, uitmakerde niete
centen acht gullden Zevennnegentig ent
dertien woorden doorgehaald De ontvange
waarvoor te lezen.
Zes gulden.
drie en Zestig een tweede cent, uit J. Heermer
makende met oprenten negen gul
dens vyftien een tweede cent
VJ
N„o 127.
Kopy Extract uit het register van voorloopige aangiften
n„o 154
Den negentienden Iuny 1854
Kompareerde Meindert de Vries Notaris te Augustinus
ga, dewelke verklaarde dat hy op Vridag den dertigsten
dezer ten huize van Eelze Jelkes Fokkinga, Kartelein
te Augustmnurga en ten verzoeke van Hielke Fje
ringa, oud Griffier te Augustinuiga, als gemagtig
de van de Eigenaren 's namiddags ten twee ure, zal
verkoopen Grasgewas en andere roerende goederen
aan de verzoeken, toebehoorende.
Waarvan hy akte verzocht en deze heeft geteekend
/geteekend/ M. de Vries.
Voor Extract conform
D Ontvanger der Registratie te Har„
de garyp.
/geteekend/ J. Heeringa
In het jaar een duizend acht honderd vier en vyftig den der=
tigste Juny, in de herberg van Eelze Jelkes Fokkinga te Au„
guitinarga ten verzoeke en in tegenwoordigheid van den Heer
Hielke Feringa, bud Griffier te Augustinurga woonachtig
als mondeling gemagtigde van de natemeldene verkoopers.
Is door Meindert de Vries, Notaris in het eerste Arrondisse
ment van de Provincie Friesland, residerende te Augustinurga, in
tegenwoordigheid van de natenoemene getuigen, aan de ver
guderde personen voorlezing gedaan, van de Voorwaarden, waar„
op het natemeldene Grasgewas zoude worden verkocht;
Artikel Een: Het te veilene zal worden verkocht voetstoots zoo
als hetzelve by de toewyzing zal bevonden worden te zyn zoodat
de koopers geene vordering hoe ook genaamd, ten laste van de
Verkooper zullen hebben, ter zake van hoedanigheid, of hoe veelheid
van hun gekochte, of van de hoegrootheid der landen, waarop hun
gekochte staat.
Twee: De koopers zullen hun gekochte moeten doen maaijen, bin
nen zoodanigen tyd als bi ieder perceel staat vermeld en het Grus
gewas daartoe bekwaam zijnde, immers ten langste binnen eene
maand daarna van het land moeten hebben vervoerd, bij nalatig„
heid waarvan de gebrekige kooper aan den verkooper op de
eerste aanmaning zal moeten betalen Twee Gulden, voor elken
dag dat het Grus na de natemeldene dagen nog niet zal zyn -
gemaaid
Drie: De kooppenningen met daarenboven tien cents van den
Gulden, moeten worden betaald, in alhier gangbare munte
met uitsluiting van alle regt tot Compensatie ten kantore
aan my Notaris, vóor of uiterlyk op den eersten July achttien hon
derd vijf en vyftig, bij gebreke die nog een tiende verhooging
van den koopprys tot boete te verbeuren, zonder dat die boete
tot tydverlenging in de betaling van den koopprys zal kunnen
strekken.
„
—
Vier; Twee of meer personen te zamen koopers wordende zal
ieder hunner voor den geheelen koopprys met den aankleve
van dien verbonden en aanspraakbaar zyn.
Vyf